De eerste is dat, met name in maart 1940, niet alleen Nederlandse koopvaarders maar ook vissersschepen op de Noordzee herhaaldelijk door Duitse vliegtuigen beschoten en beschadigd werden waarbij de Ijmuidense trawler 'Protinus'
op de I Sde tot zinken gebracht werd": zes dagen lang moesten de zeven overlevenden in een sloep ronddobberen; drie hunner bezweken, vier werden door een Engelse onderzeeboot gered. Maar twee dagen nadat de 'Protinus'
in de grond geboord werd, redde een andere Ijmuidense trawler bij Terschellingerbank vier Duitse vliegers van een wisse verdrinkingsdood.ê Het was een schril contrast.