Deze onberaden, politiek geenszins onbedenkelijke wijze van handelen van de opperbevelhebber schoot de regering in het verkeerde keelgat. Dat de persvrijheid een tere zaak was, was ook in de eerste wereldoorlog gebleken: toen had, in '17, de commandant van het veldleger Het Eindnevens Dagblad een verschijningsverbod van tien dagen opgelegd wegens een geharnast
Defensie (voor WO II), overheidsbeleidEindhovens DagbladEnquêtecommissie 'Regeringsbeleid 1940- 1945'Handleiding voor de uitoefèning van het militair gezagDe Nederlandse DagbladpersNederlandse journalisrenkringNeurralireirsbeleid (zde rninisterie-de Geer)Pers, buitenlandsePers, DuitsePerscensuurRegeringspersdienstReynders, I. H.Rooms-Katholieke dagbladpersDE CONFLICTEN MET GENERAAL REYNDERSprotest tegen het torpederen van Nederlandse vissersschepen door de Duitse marine; 'heel de Nederlandse pers stond op z'n achterste benen, de [ournalistenkring protesteerde', in de Tweede Kamer waren vragen gesteld en het verbod was prompt opgeheven.! En nu dit! De opperbevelhebber was zijn boekje ver te buiten gegaan. Na bespreking in de ministerraad deelde minister Dijxhoorn hem op II oktober schriftelijk mede dat hij zijn Z.g.richtlijnen, voorzover betrekking hebbend op wat men de geestelijke neutraliteit zou kunnen noemen, nog diezelfde dag diende in te trekken.ê Dat trof de generaal als 'een donderslag bij heldere hemel', hij 'vond de behandeling van deze zaak bepaald ergerlijk."