Alle tegenslagen en daaruit voortvloeiende desorganisatie ten spijt werden er op de rode mei, met inbegrip van de al gememoreerde aanval van de vier T-S's waarbij luitenant Swagennan in zee terecht kwam, toch weer een-en vijftig aanvals- of verkenningsvluchten uitgevoerd; hierbij gingen, wederom met inbegrip van Swagermans bommenwerper, elf toestellen verloren. Dat verliespercentage was hoog - onvermijdelijk. Immers, waar juist de snelste en sterkst-bewapende Nederlandse toestellen goeddeels verloren gegaan waren, moest men wel, wilde men iets doen, de langzaamste en zwakstbewapende in de strijd werpen. Daarbij werd men bovendien genoopt, dwars tegen alle normen in te handelen die tevoren opgesteld waren, De bommenwerpers, de T-s's, dienden eigenlijk bij elke vlucht een behoorlijk jager-eskorte te krijgen - er waren niet voldoende jagers; moesten die T -s's in een gebied doordringen waar de Duitsers het luchtruim beheersten, dan mochten ze eigenlijk slechts des nachts ingezet worden - ook aan die regel hield men zich niet."
Waren ergens op een vliegveld weer enkele Neder