'tèlkens weer, tèlkens opnieuw - telkens, goddank, langs ons heen. Ik krijg het gevoel dat het me niets meer kan schelen, dat ik blijf liggen en er verder mee ophoud, mee te doen met deze krankzinnige oorlog die geen strijd meer is; maar een zenuwslopend opgejaagd worden, verder, zonder tegenweer, zonder respijt, zonder rust, zonder een ogenblik herademing. Ik kijk op mijn polshorloge - het is zowat 19.00 uur. Al bijna een uur liggen we hier! Daar razen ze Weermethun mitrailleurs en bommen. Ik voel dat mijn zenuwen de paniekgrens bijna bereikt hebben - ik verdom het verder, ik blijf hier liggen tot het donker, als ik dan nog leef, moeten ze me maar vinden - Neen, goddorie, dat gebeurt niet! We moeten volhouden! We moeten hier weg! Weliggen. vlak -bij het kruispunt Gilze-Rijen, daarom gaat het hier zo heftig toe. Gilze-Rijen is ondoenlijk als verzamelplaats, het is zelfmoord!