Ten aanzien van de coördinatie willen wij niet in het centrum beginnen maar aan de periferie, nl. bij Seyss-Inquarts Beaujaagten. W ohlthat, die in de lente van '41 uit ons land verdween, en zijn opvolger als Beaujtragte bij de Nederlandse Bank, dr. A. J. Bühler, slaan wij voorshands over: dat was een aparte sector en Bühler, een veel minder markante figuur dan Wohlthat, was in feite de ondergeschikte van Fischböck. Belangrijker waren de Beaujtragten in de provinciale hoofdsteden en in Amsterdam en Rotterdam - de lieden die als 'sozusagen kleine Reichskommissare' moesten fungeren.