In het college van secretarissen-generaal had Snouck Hurgronje als voorzitter gezag. Schaepman, de secretaris, noemde dat gezag 'onaangevochten'
i! Daarbij dient men, dunkt ons, te bedenken dat, althans in '40, het departement van buitenlandse zaken door velen gezien werd als een enigszins geheimzinnig, maar daarom des te voornamer regeringskasteel : elders bemoeide men zich met zaken als de werktijden van bakkersleerlingen en de teeltregelingen voor uien - bij 'BZ'
aan het Plein was men met de aangelegenheden der internationale politiek bezig die meer dan andere het wel en wee des lands raakten. Bovendien was jhr. mr. Aarnout Marinus Snouck Hurgronje in '40 al bijna twintig jaar lang secretaris-generaal van dat departement.