Op vrijdagavond 12 juli hadden de leden van het Politiek Convent samen met de leden van het Nationaal Comité afgesproken dat Homan het korte persbericht waar men overeenstemming over bereikt had, zaterdag aan Schmidt zou voorleggen. Maandagochtend kwam men weer bijeen om de uitslag te horen. Geen Homan! Geen de Quay! Maar Reinink, die vrijdag aan de besprekingen deelgenomen had, was wèl aanwezig en hij kon alleen maar bevestigen wat Donner meedeelde: Homan, de Quay en Reinink hadden hun initiatief als mislukt beschouwd en daarbij was van belang geweest dat ook hij, Donner, er de brui aan gegeven had. De overige aanwezigen (Colijn, van Walsum, Telders en Vorrink waren niet verschenen) achtten dit handelen in strijd met een gemaakte afspraak ten enenmale onjuist en bovendien, zo betoogden zij: was het tegenover de publieke opinie verantwoord, totaal niets te doen? Men had meer dan honderd mensen om adhesie gevraagd voor het optreden van een Nationaal Comité; hier en daar was de zaak ook al naar de pers uitgelekt - en dan nu zwijgen? Neen: als voorzitter Homan, de Quay en Donner zich uit het comité teruggetrokken hadden, 'dan moest men trachten, een ander comité samen te stellen. Besloten werd dat het Nationaal Comité zoals dit gevormd was, zich nog eens zou beraden."