Van belang was vooral dat door de anti-revolutionairen van dat afwijzend standpunt getuigd werd in massale vergaderingen. Dat waren geen vergaderingen van hun partij alleen: zij belegden ze als regel samen met de Christelijk-Historische Unie. Daarbij viel tweeƫrlei weerstand te overwinnen: de weerstand van die christelijk-historischen welke van mening waren dat men, gegeven het karakter van de Nederlandse Unie als anti-Duitse beweging, de bezwaren tegen de pro-Duitse punten in het program niet zo zwaar moest laten wegen; daarnaast was er bij velen ook sprake van weerstand tegen Colijn. Men vergaf hem niet zo licht zijn uitval tegen koningin en kabinet in De Standaard van 15 mei _ een uitval waartegen trouwens in anti-revolutionaire kring ook vrijwel onmiddellijk geprotesteerd was in een artikel in hetzelfde dagblad (22 mei) dat door een der hoogleraren van de Vrije Universiteit, prof. mr. V. H. Rutgers, ondertekend was." 'Wie wijs is, schort zijn oordeel op', had Algra toen in het Pries Dagblad geschrcvcn+>-tegen
Algra, H.Anti-Revolutionaire Partij (ARP)Christelijk-Historische Unie (CHU)Colijn, H.Friesen DagbladKrol, Tj.Linthorst Homan, J.Nederlandse UnieOkrna, N.De ReformatleRutgers, V. H.Schilder, K.Schouten, J.De StandaardWalsurn, G. E. vanWilde, J. A. deWilhelmina, koninginTWEE BESLISSENDE MAANDENColijn. Ook diens brochure had bij zeer velen, mede in de rijen der eliristelijk-historischen, kwaad bloed gezet.