Op zaterdag 2I september, tien dagen na Peter Tons begrafenis, ontving Mussert de lang-verbeide, heugelijke tijding dat 11Îjover twee dagen, op maandag 23, samen met plaatsvervangend leider van Geelkerken door Hitler ontvangen zou worden; Seyss-Inquart en Schmidt zouden hen vergezellen.
Het eerste wat Mussert deed, was Mussolini een brief sturen waarin 11Îj hem 'als oudste vriend mijner Beweging'
schreef, 'dat wij ons geestelijk volkomen één gevoelen met Duitsland en Italië in de strijd voor het nieuwe Europa en het betreuren, daaraan niet te kunnen deelnemen'ê: dat hij zich uitdrukkelijk achter Hitler geschaard had, werd door Mussert verzwegen.
Een half uur vóór het vastgestelde vertrekuur arriveerde de leider der NSB des zondags op 'Clingendael'
; het buiten was kort tevoren voor SeyssInquart gereedgekomen. Van Geelkerken was er al aangekomen maar Mussert zag er tot zijn stomme verbazing ook Rost van Tonningen staan. Wat had die daar te doen ? Van Geelkerken kon die vraag beantwoorden: hij verzocht zijn leider om 'een gesprek onder vier ogen'
en daarin vertelde 11Îj,aldus Mussert vijf jaar later, 'dat de Rijkscommissarisvond dat het niet mogelijk was te gaan zonder Rost van Tormingen en dat het nu de moeilijkheid was, in welke hoedanigheid Rost zou gaan, want hij had geen officiëlefunctie in de Beweging. Schmidt kon niet anders dan voorstellen dat Rost, in plaats van van Geelkerken,plaatsvervangend leider zou worden en van Geelkerken de titel van stafchef zou krijgen. Van
1 Csg: Notulen, 18 sept. 1940. 2 Nederlandsconcept: NSB, IS a. 59
dat wil zeggen: Seyss-Inquart en Schmidt kregen in wezen hun zin want toen Rost in de trein naar Berlijn stapte, bezat hij de ter plaatse bedachte titel en functie van 'tweede plaatsvervangend leider'
,
Daarmee had Mussert alle desiderata die aan Duitse kant zes, zeven weken tevoren geformuleerd waren, ingewilligd.
Bij het gesprek met Hitler dat op maandag 23 september in de pompeuze Neue Reichskanzlei te Berlijn plaats vond, was von Ribbentrop, de Duitse minister van buitenlandse zaken, tot Musserts ergernis niet aanwezig: kennelijk gold Nederland niet meer als 'buitenland'
. Het gesprek viel in een officieel en een niet-officieel gedeelte uiteen. In het officiële gedeelte dat vijfkwartier duurde, paste Hitler de tactiek toe waarin hij al jaren bedreven was - een tactiek die hij in januari' 45, toen hij Musserts Noorse collega ontvangen moest, karakteriseerde met de cynische woorden: 'Ich muss den Quisling het/te noch hypnotisieren'.2
Nadat Mussert eerst zijn betuiging van onvoorwaardelijke trouw mondeling herhaald had, stak Hitler van wal. Hij bedolf zijn gehoor onder woorden; hij sprak een vol uur lang. Hij zei dat hij begrip had voor 'de zware beslissing die Mussert genomen had'
; het Nederlandse volk was nu eenmaal 'sinds eeuwen een eigen weg gegaan."
Hij gunde zich de tijd om dat alles breedvoerig te schetsen: van 'Herman de Cherusker'
(rste eeuw na Christus) kwam hij via koning Gustaaf Adolf van Zweden (rzde eeuw) bij de Nederlandse zeehelden terecht, speciaal weer bij admiraal de Ruyter. Hij betoogde dat 'wenn diese Männer die germanischen Völker hinter sich gehabt hätten, das germanische Grossreich schon damals bis an den Ural slch erstreckt hátte. der Führer, sehe nur zwei Kräftepole in Europa': Hitler en Mussolini. 'Binzig wlrklich bestehende Grenze sei die zwischen Ita/len und Deutschland": - anders gezegd: de grens tussen Nederland en Duitsland was geen 'echte'
grens.
Deze belangrijke passage, Iller in een samenvatting van Schmidts verslag
1 Mussert: 'De NSB in oorlogstijd'
, p. IS. 2 Hitiers Lagebesprechungen. Die Proto kolljragmente seiner militärischen Konferenze 1942-1945 (1962), p. 862. 8 C. van Geelkerken: 'Verslag van het gesprek met Hitler op 23 sept. 1940' (NSB, map 'Dagboek van Mussert'
). Dit verslag is op de z jste of kort nadien geschreven. • 'Bericht uher die Dienstbesprechung bei GK Schmidt', 26 sept. 1940, p. 1.
Hitler verplichtte zich dan ook, strikt genomen, tot niets toen hij met waardering over Musserts denkbeeld van de Bond van Germaanse volken sprak; hij noemde het Nederlandse volk 'een parel onder de Germaanse volkeren. Volgens zijn rassengeleerden werden in Nederland en in N oorwegen de allerbeste vertegenwoordigers gevonden van het Germaanse ras' (verslag van van Geelkerken) 'Für die Niederlande bleibe, sa erklärte der Führer, die Selbständigkeit im grossen germanisthen Staatenbund gewahrt' (verslag van Schmidt) - de vraag hoe ver die 'zelfstandigheid'
zou gaan, werd opengelaten.
Uitvoerig sprak Hitler over de oorlog met Engeland. Dat het tot die oorlog gekomen was, was de schuld van minister Eden (die ruim anderhalf jaar vóór het uitbreken van de oorlog afgetreden was!). Eden was 'hoogstens geschikt als leider van een eerste klas friseurszaak in een grote stad.'
Wilde Engeland doorvechten? 'Als ik wil", zei Hitler dreigend, 'maak ik van Engeland een krater en ik kan dit doen als het moet en zal niet nalaten het te doen ook' (verslag van van Geelkerken-). '!nfolgedessen lehnte der Führer auch das Angebot Musserts, wenn auch mit geringen Krájten sich am Kriege gegen England zu beteiligen, ab' (verslag van Schmidt).
Wat Nederland betreft (de Verenigde Staten en Japan waren toen ook al uitgebreid aan de orde geweest), zei Hitler dat hij over het Huis van Oranje niet wilde spreken; wél maakte hij enkele spottende opmerkingen over prins Bernhard. De gehechtheid van het Nederlandse volk aan het Oranjehuis zou, dacht Hitler, wel uitslijten - dat was een kwestie van 'enkele jaren'
(verslag van van Geelkerken). Het nationaal-socialisme was ook voor Nederland het stelsel van de toekomst. Mussert moest dus met Seyss-Inquart goed samenwerken; 'die NSB iuerde in den Niederlanden in dem Verháltnis zur Macht kommen' (voorlopig dus niet), 'wie sie im Volk an Vertrauen und Achtung gewinne, also: Zug um Zug' (verslag van Schmidtê); 'bauen Sie die Strasse van den Niederlanden nach dem deutschen Reich sa breit wie mäglich', zei Hitler aan het slot,"
Met uitzondering van zijn aanbod ten aanzien van de oorlog met Engeland, waagde Mussert het niet, Hitiers woordenstroom met eigen denkbeelden te onderbreken. Hij was, aldus van Geelkerken, 'slechts in staat, nu en dan iets te beamen of te onderstrepen."
Over 'Groot-Nederland'
zweeg hij in alle talen en alleen in het onofficiële gedeelte dat ruim een kwartier duurde (er werd iets gedronken), bracht hij de positie van het door Japan bedreigde Nederlands-Indië ter sprake. Hitler beloofde dat 'hij zou doen wat hij kon.' '
Het geheel', aldus Mussert, 'maakte deze indruk: Hitler een man die het beste met ons voorhad.f
De hypnotiseur had wèl succes gehad!
Met Mussert meer dan met de Engelsen.