Colijn maakte op 5 februari zijn aftreden in een hoofdartikel bekend; hij schreef dat hij zich 'met volle overtuiging' met het besluit van commissarissen verenigde' om de uitgave voort te zetten en te zien hoe het verder gaat' ; hij eindigde met de zin: 'Ikzelf blijf Standaard-ieze: zolang als ik dit in geweten verantwoord acht.' Naarstig ging men toen verder zoeken naar ledenJ.J.AmsterdamBlokzijl. M.Bruins Slot, J. A. H. J. S.Cnossen, T.Colijn, H.Kaam, B. vanPers, legaleScholten, L. W. G.Schouten, J.De StandaardVlugt, G. C. deIN DE PAS!voor de hoofdredactionele commissie. 'De namen worden eerstdaags gepubliceerd', was aan Colijns artikel toegevoegd. Overal ving men evenwel bot waarbij Cnossen zich er terecht over beklagen kon dat de meesten van hen die weigerden, mèt hem van mening waren dat de publikatie van De Standaard voortgezet moest worden; Cnossen, die in mei' 4I hoofdredacteur werd, kreeg de indruk dat men hèm voor de zaak liet opdraaien. Zo was het ook. Hoezeer dat Cnossen ook ergerde, het verleidde hem niet tot een vriendelijke houding jegens Blokzijl. In tegenstelling tot directeur de Vlugt hield hij de politieke pottekijker op een afstand. Af en toe nam hij een nogal onbeduidend artikel van hem op. Lang duurde dat niet want in juni' 4I verdween Blokzijl naar het departement van volksvoorlichting en kunsten.