Herold draaide bij. Medio juli gaf hij van den Broeck als richtlijn (niet dat zulks nodig was want van den Broeck schreef al in die geest), 'het publiek te brengen tot loyale gehoorzaarnheid aan de bezettende macht en tot snelle aanpassing aan nieuwe ideeën en vormen.f In een bespreking die in augustus in aanwezigheid van de president-commissaris (een lid van de familie van de Weyer) en de gedelegeerd commissaris (mr. H. W. de Vink, lid van de RKSP, gedeputeerde van Utrecht) plaats vond, werd tenslotte de vrede getekend. Wat men van den Broeck daar nog wèl verweet, was dat hij zijn omzwaai zo bruusk uitgevoerd had 'in plaats van tactvol, waarbij', aldus het verslag, 'de redactie had moeten optreden gelijk een liefdevolle verstandige vader met het hart vol deernis doet tegenover domme, verwende en daardoor juist zo beklagenswaardige kinderen'3 - daar werden blijkbaar de lezers van de Neerlandia-bladen mee bedoeld. In de herfst ging van Herold nog de aanwijzing uit 'om uiterst voorzichtig te zijn tegenover de NSB ... en om vooral nog van geen voorkeur te laten blijken, geestelijk of heimelijk, voor Nationaal Front of Unie.'41940, van de vergadering op 7 aug. (a.v.). • Brief, 9 okt. 1940, van F. H. H. HeroldBroeck, H. van denDagblad van Noord-Brabant en ZeelandGoedewaagen, T., I.' 287n, 288n, 38111,400, 402; 2Herold, F. H. H.Neerlandia-concernPers, legalePoel, J. E. A. van deRaad van Voorlichting der Nederlandse PersRost van Tonningen, M. M.Vessem, A. J. vanVink, H. W. deNEERLANDIA-PERS