Dit alles betekende dat Dubois, wat de organisatie van de omroep en de inhoud der programma's betreft, in de jaren '30 uitgerangeerd was. Toch bleef de radio de hoofdtaak in zijn leven vormen want met het zenderpark en alle technische vragen van de omroep hield hij als directeur van de N ozema bemoeienis. Ook was Dubois als Nozema-directeur de Nederlandse vertegenwoordiger op internationale conferenties waar kwesties
Algemeen Nederlands Persbureau (ANP). Amsterdam
Avro
Centraal Bureau voor de Omroep in Neder- land
Clercq, G. de
Comité van Omroepverenigingen
Dito,J. K. M.
Dubois, ir. A.
Hilversumse Draadloze Omroep
Katholieke Radio Omroep (KRO)
Nederlandse Christelijke Radio-Vereniging (NCRV)
Nederlandse Omroepzender Maatschappij (Nozerna)
Nederlandse Seintoestellen Fabriek, Hilver- sum
Perquin, L.
Vara (Vereniging van Arbeiders Radio-Ama- teurs)
Vogr, W.
golRengteverdeling aan de orde kwamen. Hij werd in dat milieu wegens zijn persoonlijkheid en zijn capaciteiten warm gewaardeerd. Tegelijk droegen juist die buitenlandse contacten er toe bij dat hij die nooit een principieel voorstander geweest was van het Nederlandse radiobestel, achter de verzuiling die dat bestel kenmerkte, een steeds gD)ter vraagteken ging, plaatsen: wanneer Engeland één BBC had, waarom moest Nederland dan, afgezien nog van wat kleinere organisaties, één neutrale en vier levensbeschouwelijke omroepverenigingen kennen? Dubois was niet de enige die zich die vraag ging stellen; in prof. Gerbrandy vond hij een medestander, zo ook in weer een andere belangrijke functionaris op radiogebied, dr. A. A. M. Enserinck, secretaris van de Radioraad, van de Radio-omroep Controle-commissie en van de raad van beheer van de Nozema. Bij de omroepverenigingen in Hilversum wist men ook wel hoe het driemanschap Dubois-GerbrandyEnserinck over het radiobestel dacht. Het kwam in de zomer van '39 tot een duidelijk streven van Avro, NCRV, KRO en Vara om Dubois te 'wippen'
; Gerbrandy wist dat te verijdelen.