Wimmer haastte zich niet: eerst na een kleine drie weken deed hij de secretarissen-generaalweten dat anti-Duitse boeken uit alle openbare bibliotheken moesten verdwijnen; van Poelje ontving nog een aparte brief waarin Wimmer uitdrukking gaf aan zijn verbazing dat leerboeken met anti-Duitse passagesniet allang uit de circulatie genomen waren. 'Jeh weise Sie daher an', schreef Wimmer, 'das bishet Versdumte beschleunigt nachzuholenl>