Het initiatief tot de vorming van dit Legioen was eind mei, begindoor drie in Amsterdam werkzame hoofdambtenaren genomen: ir. T. W. de Tourton Bruyns, inspecteur der domeinen, ir. J. A. van Heerde, verbonden aan de dienst van publieke werken der Gemeente Amsterdam, en ir. B. ten Bosch, een functionaris van de plaatselijke telefoondienst. Van hen drieën was de Tourton Bruyns, die in mei '98 bij Breda geboren was, de sterkste figuur, 'nogal een autoriteit'
, zei van Heerde later, 'een
Arrestaries
As, G. van
Bosch, B. ten
Executies
De Geuzen-Amsterdam
Heerde, J. A. van
Leeuwengarde
Legioen Oud-Fronrsrrijders
Masselman, Ph. W.
Ordedienst (OD)
Rotterdam
Tourton Bruyns, T. W. de
heerser; ik wil niet zeggen Führer, maar een typische leider; hij wilde eigenlijk de lakens uitdelen.'! Van jongsaf had de Tourton Bruyns grote belangstelling gehad voor militaire zaken; tot zijn spijt was hij door een voetgebrek voor de militaire dienst afgekeurd. In de jaren' 30 had hij intensief meegeleefd met de internationale politiek en zodra hij zich in mei '
40 van de schok van invasie en capitulatie hersteld had, stond voor hem vast dat Nederland door Engeland bevrijd zou worden en dat he.t plicht was van de Nederlanders, de Engelsen daarbij te helpen. Hij ging samen met van Heerde en ten Bosch de opbouw voorbereiden van een soort leger dat in het geval van een Engelse landing tot actie moest overgaan: dan zou 'het verkeer op de wegen worden ontwricht en zou tegelijkertijd worden doorgestoten naar de duinen waar de Duitsers zaten, wat een volkomen desorganisatie zou worden.P In feite werd dus, van plaats tot plaats gaande, een paramilitair kader opgebouwd. De Tourton Bruyns nam de namen en adressen van de kaderleden in een kaartregister op dat hij wist te verbergen temidden van de vele kaartregisters die zich in het rijksadministratiekantoor aan het Droogbak bevonden waar ook de inspectie der domeinen gevestigd was. Het schijnt dat in dat register (dat in de loop van '41 vernietigd werd) een duizend personen aangetekend stonden. De leiding van het Legioen Oud-Frontstrijders ging er van uit, dat elk hunner talrijke anderen zou aanwerven en in militaire verbanden indelen. Uiteraard had men een tekort aan wapens, maar men kon met heel veelmoeite een paar kleine partijen uit de Artillerie-Inrichtingen naar buiten smokkelen en enkele medewerkers construeerden zelfs een apparaat dat men als vlammenwerper kon gebruiken. Daar werd ook mee geëxperimenteerd. Gegeven de opzet: de Engelsen te helpen als zij op de Nederlandse kust zouden landen, sprak het vanzelf dat men militaire gegevens ging verzamelen die voor de a.s. bevrijders van belang waren (het is twijfelachtig of die gegevens ooit in Engeland aangekomen zijn) en dat men, als men in contact kwam met personen die sabotage wilden plegen, hen daartoe stimuleerde; dat gebeurde o.m. met enkele ernployé's van Fokker die bij die vliegtuigfabriek de zaken zoveel mogelijk in de war stuurden.