Wij poneren die conclusie met enige reserve: er is over de verrichtingen van de Military Intelligence in bezet Europa nog maar weinig gepubliceerd. Onze algemene indruk is evenwel dat zij door de plotselinge bezetting van geheel Nederland onaangenaam verrast werd. Anders echter dan de Nederlandse geheime dienst, GS III, die, zoals wij in Neutraal beschreven, in het geheel niets voorbereid had, had de Engelse Intelligence er voor gezorgd dat in bezet gebied enkele agenten achterbleven, minstens twee; het waren er althans twee die in oktober, toen zij Nederland verlieten (zij werden op. de Belgische grens gearresteerd en kwamen in concentratiekampen om het leven), hun code en zender overdroegen aan een beroepsofficier, kapitein J. de Geus, die al vóór september '39 relaties met de Engelse Intelligence onderhouden had en die nu, van oktober '40 af, in vast contact bleef staan met Engeland en talrijke militaire observaties kon doorgeven.