Wat men in bezet gebied publiekelijk niet mocht uiten, werd op de avond van de rode mei met duidelijkheid gezegd door koningin Wilhelmina. In een toespraak voor Radio Oranje- herinnerde zij aan hetgeen een jaar tevoren geschied was; zij repte van 'het stelsel van verraad en verraders, zowel door de vijand als door een geringe groep laaghartige Nederlanders op de meest geraffineerdewijze in praktijk gebracht'; zij roemde 'de dappere weerstand, door onze, door die schurken in de rug aangevallen weermacht geboden' ('schurken'
-wie had dat woord ooit inhet koninklijk vocabulaire aangetroffen?); zij kondigde aan dat voor 'de handvol verraders ... in een bevrijd Nederland geen plaats meer zal zijn.' Dat laatste werd vrij algemeen aldus geïnterpreteerd dat alle NSB'
ers na de bevrijding uit Nederland gedeporteerd zouden worden; men was er niet rouwig om.