In juli had Arnold Meyer voor zijn oproep tot vorming van een Nederlands Legioen ter deelneming aan de strijd tegen de Sowjet-Unie nauwelijks weerklank gevonden in eigen rijen; later in die maand en in augustus had hij zich niet zonder kleerscheuren uit die penibele positie losgemaakt. Het aureool van de 'onfeilbare leider'
, dat hij althans .in de ogen van de meeste van zijn volgelingen bezat, was ietwat verbleekt. Zijn beweging ging verlopen. Vele leden staakten alle partij-activiteit, de 'Kamers'
die Meyer in het leven geroepen had, kwamen nauwelijks meer bijeen en als zij dat wèl deden, schitterden de meeste leden door afwezigheid.
Na het evidente falen van Meyers oproep had Generalkommissar Schmidt alle belangstelling voor Nationaal Front verloren; eind juli liet hij Harster, de Befehlshaher der Sicherheitspolizei und des SD, weten dat hij er geen enkel bezwaar tegen had indien Meyers beweging formeel verboden werd. Maar Seyss-Inquart had geen haast; verstandiger leek het deze, Nationaal Front in zijn uitingsmogelijkheden te beperken: medio augustus werd Meyers dag
Auswärtige Amt (Akten zur Deutschen Auswärtigen Politile 20'Allen in de NSB, dan komt alles inorde!'
-zo gafeen dier ledenhetadvies doordathij begin september van een van de naaste medewerkers van Schmidt ontvangen had.' Zulks verhinderde niet dat Meyer zelf nog af en toe.te horen kreeg (o.m. via een Duitse relatie, een zekere dr. Heinrich Kautz, die van tijd tot tijd uit Duitsland in Nederland en Vlaanderen opdook-), dat Mussert 'afgedaan'
had. Meyer gaf dan ook niet volledig de hoop op dat de Duitsers op de dwalingen huns weegs zouden terugkeren, Eind november riep hij een vijf-en-zeventig 'oude getrouwen'
in zijn woonplaats Oisterwijk bijeen. 'Alles grijs'
, staat er te lezen in de aantekeningen die hij voor zijn inleiding op schrift stelde, 'Ik neem het niemand kwalijk als hij wat pessimistisch is. Mits hij zegt: wat gebeure, gebeure, maar wij hebben gelijk en zetten door. Capituleren kunnen wij niet ... Verlaten van allen, zou ik het vaandel van Zwart en Nationaal Front verder dragen ... Wij alleen kunnen aan het Nederlandse volk een nieuw merk geven" onbegrijpelijk vond Meyer het dat de bezetter dat niet inzag! Maar als men in Den Haag halsstarrig 'aan Mussert en de NSB bleef vasthouden, kon men in Berlijn dan niet wijzer zijn? De kans daarop achtte Meyer niet verkeken; in de laatste dagen van november en de eerste van december' 41 schreef hij weer een reeks rapporten voor dr. Kautz waarmee deze bij de centrale bestuursinstanties van h-et Derde Rijk aan het werk moest tijgen. In een van' die rapporten hing Meyer een nostalgisch beeld op van zijn samenwerking met functionarissen van de Nederlandse Unie, maar helaas: voor een samengaan met Duitsland werd bij de Unie nu door nagenoeg niemand meer gevoeld, 'fast [edermann steht wiederurn auf der anderen Seite'. 4 In een tweede rapport bepleitte Meyer dat Seyss-Inquarts civiele bezettingsbestuur door een Militárverwaltung vervangen zou worden: '97~{, unseres Volkes (ist)',
Aldus Arnold Meyer op 6 december' 41.
Zes dagen later, op 12 december, ontving hij het verzoek, Nationaal Front te ontbinden. Hij weigerde. Gevolg was dat op 13 december, daags voor Seyss-Inquarts toespraak in Utrecht, het hoofdkwartier van Nationaal Front in Den Haag en alle overige bureaus in den lande door de Sicherheitspolizei ontruimd en gesloten werden. Meyer legde aan de bezetter de belofte af dat hij zich buiten alle politieke activiteit zou houden: hij trok zich terug op een boerderij met 40 ha land die hij bij Oisterwijk had kunnen kopen, maar hij bleefbereid, het isolement op te geven als hij, zo schreefhij in de zomer van '43, 'de zekerheid had, belangrijk politiek werk te kunnen doen.'
4 Korte tijd later had hij zijn memoires af ('Alles voor het vaderland"), voor de uitgave trachtte hij een subsidie te krijgen van het departement van volksvoorlichting en kunsten. Financieel verkeerde hij in moeilijkheden: Nationaal Front had
Van illegale contacten hield Meyer zich verre en hetzelfde geldt, dunkt ons, voor veruit de meeste oud-functionarissen van Nationaal Front. 'Na de opheffing'
, schreef Meyer later, 'is getracht, contact te blijven onderhouden. Door cursussen, kaartclubs enz. is dit in verschillende plaatsen ook gelukt. Toetredingen tot de NSB waren er praktisch niet. Op Nieuwjaarsdag, op de verjaardag van de beweging en van mij, kwamen er steeds vele honderden telegrammen en brieven"!
'vele honderden'
? Dat lijkt ons grootspraak. Want het moge waar zijn dat uit Meyers bewaardgebleven correspondentie blijkt dat inderdaad bij enkele tientallen medestanders uit Zwart C.q. Nationaal Front een sterke persoonlijke aanhankelijkheid aan Meyer gegroeid was, uit die correspondentie blijkt óók dat de solidariteit binnen Nationaal Front als geheel niet erg groot was. Met de opheffing van de beweging hadden de gesalarieerde krachten die op het hoofdkwartier werkten, van de ene dag op de andere hun inkomsten verloren. Meyer gaf onmiddellijk opdracht, te hunnen behoeve een steunactie te organiseren. De resultaten daarvan waren bedroevend en het gevolg was dat de stafleden van het hoofdkwartier zich, aldus Meyers secretaris in januari' 42, 'aan hun lot overgelaten'
voelden; zij vroegen zich af, 'waarvoor zij al die jaren gestreden hebben en offers hebben gebracht, terwijl blijkt dat, als het moet, in hun eigen kringen niet de minste offerzin bestaat.P
Tegen de achtergrond van dit alles is het begrijpelijk dat het ontbindingsbesluit van 13 december '41 het einde betekende van de politieke activiteit zowel van Nationaal Front als van Arnold Meyer.
Maar voor een aantalleden van de Nederlandse Unie en ook voor de leden van het Driemanschap gold het tegendeel.
1 Arnold Meyer: Alles voor het vaderland, p. 498. 2 Brief, 13 jan. 1942, VJn H. P. aan Arnold Meyer (archief Arnold Meyer, 1533). 20