Op 19 mei, twee dagenna de beëdiging van de Nederlandse SS, verscheen Mussert opeens in een vergadering van de staf van de hoofdafdeling pers en propaganda van het hoofdkwartier der NSB. Hij deelde daar aan het afdelingshoofd Ernst Voorhoeve (de ex-leider van Verdinaso-Nederland) en aan al diens medewerkers mee dat hij een uiterst vruchtbaar contact met Himmler gehad had, dat Himmler hem toegezegd had dat er in de toekomst Nederlandse infanterie-eenheden zouden komen binnen de Germaanse weermacht, dat ook de politie 'zuiver Nederlands'
zou blijven 'onder leiding van het Nederlandse staatshoofd'
, en dat hij uit dat alles de conclusie getrokken had' dat wie voortaan nog de term '
Grootgermaans rijk' in de mond nam, uit de NSB geroyeerd moest worden." Voorhoeve gaf die instructie aan de sprekers en aan het gehele kader van de Politieke Organisatie der NSB door; afschrift stuurde hij aan de leiders van alle formaties, de SS inbegrepen. Feldmeijers reactie laat zich raden. De Voorman van de SS lichtte Rauter in , en gaf opdracht, nieuwe gegevens te verzamelen die men tegen Mussert kon uitspelen. Twee medewerkers van Voorhoeve, beiden oud-leden van de NSNAP, bleken bereid te zijn, een 'boekje open te doen over hun chef en zij stelden, nadat zij voor alle zekerheid ook de instemming van een van de medewerkers van Generalkommissar Schmidt verworven hadden, op schrift dat Voorhoeve zich bij verscheidene gelegenheden op de meest denigrerende wijze over Duitsland en de Duitsers uitgelaten had: het personeel van het Reichskommissariat had hij 'een gezelschap aangeklede nageboorten'
genoemd, de aanhangers van de SS-denkbeelden 'kontkruipers van de Duitsers'
, van secretaris-generaal Goedewaagen, een van die 'kontkruipers'
,