In eerste instantie vroeg de Joodse Raad ten behoeve van ca. vijf-en-dertigduizend personen stempels aan. Wat Amsterdam betrof, werd de keuze door de Amsterdamse staf van de Joodse Raad gedaan, elders in het land moesten de provinciale vertegenwoordigers er voor zorgen, met inschakeling van de plaatselijke vertegenwoordigers. In Gelderland (gegevens over hetgeen elders geschiedde, ontbreken) werden die vertegenwoordigers daartoe inHet is niet duidelijk waar Cohen met deze zin op doelde - vermoedelijk mede op de ondragelijke toestanden in de Poolse ghetto's; deze waren hem uit een enkele brief die ontvangen was, bekend,]R-CC: Notulen,sept.p.
Amsterdam
Cohen, D.
Gelderland
Goering, H.
Zentralstelle for jüdiscbe Ausu/anderung; 5
JODENDEPORTATIES, TWEEDE FASEArnhem bijeengeroepen bij de provinciale vertegenwoordiger van de Joodse Raad, mr. M. J. Wolff. 'Deze deeldemee'
, aldus schreef ons de vertegenwoordiger van Winterswijk, 'dat de Duitsers een bepaald aantal Sperrenvocx Gelderland beschikbaar gesteld hadden, naar evenredigheid over het inwoneraantal te verdelen . . . De afgevaardigde van Dinxperlo reageerde door te zeggen dat hij aan dit beulswerk, want dàt was het, niet wilde meedoen. Mr. Wolff zei nadrukkelijk dat hij daarvoor begrip had, maar dat men er niets mee bereikte wanneer men de Sperren ongebruikt aan de Duitsers zou terugzenden, met alle gevolgen van dien. En zo aanvaardden wij de opdracht. In de trein naar huis zei ik tegen mijn collega uit Aalten, dat ieder leven mij even lief was en dat ik nauwgezet het meeste rendement van de Sperren zou trachten te maken door de grootste gezinnen uit te zoeken. Waarop mijn metgezel mij vroeg: 'En uw vader en moeder die samen alleen wonen?'
Ik zat hiermee en hij adviseerde mij zonder meer, de eigen ouders te sperren, wat ik uiteraard gedaan heb.'!