Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - Deel 6 – Juli '42 – mei '43 (1e band)

Alle delen:

1234-14-25-15-26-16-27-17-28-18-29-19-210a-110a-210b-110b-211a-111a-211b-111b-211c12-112-21314-114-2reg

XCHet ophalen van leden van gezinnen waarvan het gezinshoofd naar een werkkamp overgebracht was, vond, gelijk al vermeld, in 85 gemeenten plaats. Slechts één burgemeester: mr. dr. H. J. Wytema, te Beilen, weigerde medewerking (hij werd ontslagen en twee maanden lang gevangen gehouden), een tweede: H. de Wit, te Wildervank, die op 2 en 3 oktober niet in zijn gemeente aanwezig was, deed secretaris-generaal Frederiks weten dat hij, ware hij wèl present geweest, gehandeld zou hebben als zijn ambtgenoot te Beilen; hem werd op eigen verzoek ontslag verleend. Frederiks had hem meegedeeld, 'respect te hebben voor (zijn) standpunt maar van oordeel te zijn dat door het in functie blijven nog zeer veel voor de bevolking kon worden gedaan De burgemeester had teveel het oog gericht

241 [PDF]
JODENDEPORTATIES, TWEEDE FASE

gevallen waarin hij geen resultaat had kunnen bereiken en zag voorbij wat door zijn aanblijven preventief nog werd bereikt." Het voorbeeld van Wytema en de Wit werd gevolgd door hun ambtgenoten in Ermelo en Borculo, resp. H. M. Martens en mr. J. P. Drost; zij weigerdeninnovember alle medewerking aan het deporteren van Joden en werden gestraft met ontslag en verlies van hun pensioenrechten.