'hebben velen die zich als '
goede' Nederlanders beschouwen, een weinig fraaie rol gespeeld ... Toen het nog levensgevaarlijk was om zich op de terreinen te begeven en iedereen dus een gegronde reden had om rustig thuis te blijven, liepen zij daar al bedrijvig rond, richtten noodafdelingen in, verschaften de Duitser, alle mogelijke inlichtingen over nog beschikbare materialen en ruimten, werkten tot's avonds laat, riepen hun ondergeschikten op en hielden vergaderingen aan huis wanneer in de fabrieken nog geen kamers beschikbaar waren. Men vocht om telefoons ... en materialen."