Van zijn vlucht naar Moskou (hij vloog via Kairo) maakte Churchill gebruik om de gehele situatie in het Midden-Oosten met de daar aanwezige bevelhebbers te bespreken. Hij kreeg er de sterke indruk dat het Engelse Achtste Leger dat er nog steeds niet in geslaagd was, Rommels strijdmacht beslissend te verslaan, behoefte had aan een nieuwe leiding. Aan generaal Auchinleck werd het opperbevelhebberschap in Perzië en Irak aangeboden - deze weigerde en trok zich gegriefd terug. De nieuwe opperbevelhebber in het MiddenOosten werd generaal Sir Harold Alexander, bevelhebber van het Achtste Leger werd luitenant-generaal Bernard Montgomery. Vooral van Montgomery die steeds temidden van zijn troepen leefde, ging een inspirerendewaar de aardolie-installaties lagen die de Sowjet-Unie in het begin van de jaren '20AlaskaArchangelAuchinleck, c.CairoChurchill, W. S.Geallieerde oorlogvoeringIrakJapanLuftwaffeMidden-OostenMoermanskNoorwegenRommel. E.SiberiëSowjet-UnieStalin, J.Tweede FrontWladiwostokEL ALAMEINwerking uit. Het zelfvertrouwen van het Achtste Leger werd hersteld - en nog versterkt toen het eind augustus-begin september een nieuwe poging van Rommel om van El Alamein tot de Nijldelta door te dringen, afsloeg. Montgomery ontwierp een eigen aanvalsplan. Hij bezat tweemaal zoveel tanks als de Duitse veldheer-, was hem ook in manschappensterkte ver de baas (bijna tweehonderdduizend Britten tegenover vijftigduizend Duitsers en vier-en-vijftigduizend Italianen), had meer vliegtuigen (voor de tactische strijd 530 tegen 350) en een geregelder toevoer (de Duits-Italiaanse convooien naar Libye werden herhaaldelijk van Malta uit aangevallen) - het probleem was dat Rommels frontzone in een gebied lag dat niet in het zuiden omtrokken kon worden: het Achtste Leger moest er dwars doorheen.