Dat onbehagen aan Amerikaanse kant droeg er toe bij dat voor de oorlogvoering tegen Japan vrij sterke krachten gereserveerd werden - een streven dat Churchills instemming had want deze haakte naar de dag waarop een geslaagd offensief tegen de Japanners in Birma Engelands imperiale positie in Zuid-Azië zou versterken. Tot een duidelijk algemeen oorlogsplan kwam menniet; een besluit om, zo al niet III '43, dan toch in '44 in West-Europa te landen, werd niet genomen. Onder de Engelse militairen waren trouwens verscheidenen die nog steeds de hoop koesterden dat men Duitsland door de blokkade en door luchtbombardementen (die, zo werd afgesproken, belangrijk verhevigd zouden worden) op de knieën zou krijgen. Los van dit alles (daar werd men het snel over eens) moesten alle pogingen in het werk worden gesteld om het U-Boot-gevaar te bedwingen: men kon in Casablanca de fraaiste plannen opstellen, maar daarmee hief men het harde feit niet op dat de Geallieerden, gelijk reeds vermeld, ten tijde van de conferentie I mln ton scheepsruimte minder hadden dan een jaar tevoren. Dat tekort aan scheepsruimte (waar men in Casablanca niet voldoendel op lette) zou spoedig de uitvoering van de plannen waaraan Roosevelt en Churchill hun goedkeuring gehecht hadden, weer vertragen.