In mei '42 kwam het tot de beëdiging van de Nederlandse SS op Hitler, in juni tot Musserts tegenzet: de beëdiging van het NSB-kader op hemzelf Hij had zich in die tijd zo aggressief tegenover de SS-denkbeelden opgesteld (intern had hij betoogd dat wie voortaan nog de term 'Grootgermaans Rijk'
in de mond nam, uit de NSB geroyeerd moest worden), dat hij Himmlers gunst definitief verspeeld had. 'Iel: muss sagen', had de machtige Reichsführer-SS op 24 juni aan Rauter geschreven, 'dass ich ... mit Herrn Mussert personlich innerlick [ertig bin."