Kettmann, een hoogst onevenwichtige figuur, eigenaar van de 'foute'
uitgeverij 'De Amsterdamse Keurkamer'
, trok met steun niet alleen van de SS, Rauter en de Geimanische Leitstelle, maar ook van Seyss-Inquarts PressechejDittmar, op dezelfde wijze tegen de NSB van leer als Nijsse vóór hem gedaan had. Hij legde er nog een schepje bovenop toen hij eind augustus van een staflid van de Geimanische Leitstelle, SS-Obersturmfiihrer W. Hildebrand, te horen gekregen had 'dass der Reiehsführer-SS vam Führer Vollmacht bekommen hatte, das ganze Westen (deshalb auck die Niederlande} politisch unter seine Obhut zu nehmen,' (brief, 28 sept. 1942, van G. Kettmann aan een relatie te Berlijn, NSB, 22 d) Welnu, in het nummer van 5 september '42 verhaalde Kettmann hoe de NSB-burgemeester van Apeldoorn door de politie in het kippenhok van eenjoodse relatie ontdekt was (het was de tuin geweest), toen bij deze door enkele 'foute'
politie-agenten huiszoeking gedaan werd (de burgemeester was nadien ontslagen); voorts liet Kettmann op een als humoristisch bedoelde pagina 'vrijheid van beweging'
eisen door Jhr. K. A. P. van Rokkenswaay tot Billengraay' - met wie de NSB-burgemeester van Utrecht, C. van Ravenswaay, bedoeld was.