Seyss-Inquarts positie was, schreven wij, geconsolideerd - ja, maar enige reden tot bezorgdheid had hij toch nog wel: Himmler had nieuwe bevoegd
1 Brief, 14 okt. 1942, van G. Berger aan Himmler (EDC, 2607-08). "In '41 een van Schmidtsnaaste medewerkers. 3 Brief, 26 okt. 1942, van Rauter aan Himmler (EDC, 2436-39).
Op 13 november liet Seyss-Inquart Rauter bij zich komen. Bij deze wekte hij (zonder dat Rauter het doorzag) de indruk alsof hij zijn koers volledig gewijzigd had. Hij gaf Rauter, zo schreef deze aan Himrnler, 'seinen Ent schluss beleannt, Mussert fallen zu lassen' ; Rauter ontwikkelde vervolgens het plan, in Nederland 'germanische Reichsgaue zu grunden, mit Niederlándem als Gauleiter und deutschen Hoheitstrágern als Stellvertreter' plus nog een 'deutscher Hoheitsträger' boven de Gauleiter - dat kon dan niet Schmidt worden, 'man leann die Niederlander nicht immer betrûgen", schreef Rauter, en, zo berichtte hij de Reichsführer-SS 'in aller Eile': 'Der Reichsleommissar ist ... ziemlich hi/fios, ist aber bereit, wie er mir erklärte, diese Linie zu verfolgen.'l
Seyss-Inquart was allerminst 'hulpeloos'
- hij was alleen slimmer dan Rauter en blijkbaar ook een betere acteur. Hij zocht Hitler in München op (wij weten niet, op welke datum, maar Hitler heeft tot 23 november op de Obersalzberg vertoefd) en deed deze, zo schreef Seyss-Inquart eind mei '43 aan Himmler, 'den Vorschlag, die Tur anders herum zu machen.'2 Mèt drs. N. K. C. A. in 't Veld menen wij die op zichzelf nogal duistere woorden aldus te moeten interpreteren: begin oktober was besproken of men Mussert een regering zou laten vormen om dan te eindigen met Nederlands inlijving bij Duitsland - nu werd besproken of men op de een of andere wijze met die inlijving zou beginnen en dus ook Mussert zou laten vallen. 'Aber Sie wissen',
1 Brief, I4 nov. I942, van Rauter aan Himmler (a.v., 2445-47). 2 Brief, 29 mei I943, van Seyss-Inquart aan Himmler (a.v. I994-98).
Seyss-Inquart had niet anders verwacht en gewenst. Hij heeft, zo veronderstellen wij, in de loop van dit gesprek in beginsel Hitlers accoord verworven voor Musserts medezeggenschap en toen ook de afspraak gemaakt dat hij spoedig samen met Mussert naar het Fuhrerhauptquartier zou komen.
Wij nemen aan dat Seyss-Inquart enkele dagen na de r j de november waarop hij met Rauter over de inlijving van Nederland sprak, Hitler in München bezocht waama hij, in Den Haag teruggekeerd, Mussert inlichtte - althans, op 22 november stelde deze laatste, kennelijk ter voorbereiding van zijn onderhoud met Hitler, een lijstje met wensen op. 2 Hij bleef er blijkens dat lijstje op aandringen dat de Raad van State een nieuwe samenstelling zou krijgen en dat deze hem vervolgens met adviezen terzijde zou staan (van een benoeming tot 'regent'
repte hij niet meer). Voorts wenste hij dat hij elke benoeming door Seyss-Inquart zou mede-ondertekenen, '[erner, dass Mitglieder der Beu/egung, die das Vertrauen des Leiders verloren haben aus ihrem Amt entjernt werden:' Goedewaagen wilde hij vervangen zien door dr. ir. Herweyer (directeur-generaal van de Nederlandse omroep), van Dam door prof. van Genechten, Verwey (sociale zaken) door van Ravenswaay. Voorts wenste hij vastgesteld te zien dat er geen apart departement van politie zou komen (daar zou inuners de ss zich meester van maken) en tenslotte dat hij 'führend und kontrollierend' zou kunnen ingrijpen bij het Nederlands Arbeidsfront, de Nederlandse Landstand, de Artsenkamer en de Arbeitsdienst.
Seyss-Inquart weigerde dit verlanglijstje aan Hitler voor te leggen. Hij wilde niet verder gaan dan te bevorderen dat Mussert, binnen zekere grenzen, betrokken zou worden bij benoemingen op belangrijke overheidsposten (een concept-verordening stuurde hij veiligheidshalve op 6 december per telex aan Bormann, niet aan Himmler) en voorts leek het hem aanbevelenswaardig dat Hitler beloven zou, vóór beslissingen die de toekomst van Nederland betroffen, Mussert te zullen raadplegen - dat verplichtte tot niets. Mussert stelde in overleg met Seyss-Inquart en Schmidt een nieuw
1 A.V. 2 BDC, 2382.
'Openlijke, onaantastbare vastlegging van de uiteindelijke positie van het NederlandseVolk en de Nederlandse Staat in het nieuwe Europa.
Het toekomstige verbond Duitsland-Nederland als begin van de Germaanse Statenbond.
Verbod aan alle Duitse Dienststellen om daartegenover een eigen politiek te bedrijven.'
Voorts noteerde Mussert drie 'kennisgevingen'
die hij aan Hitler wilde doen; de derde luidde: 'De mogelijkheid tot voorbereiding van de militaire dienst'
.
Met deze stukken gewapend, vertrok Mussert samen met burgemeester Müller van Rotterdam en met Generalhommissar Schmidt op 8 december naar Berlijn. Op de Iade arriveerde hij in Oost-Pruisen in het Führerhauptquartier, de 'Wolfsschanze', waarheen Seyss-Inquart vooruitgereisd was. Die dag begon om vijf uur in de namiddag de bespreking bij Hitler die anderhalf uur zou duren; behalve Seyss-Inquart en Schmidt waren ook Himmler en, aldus Müller in zijn verslag," 'Reichsleiter Behrmann' aanwezig.
Op de gebruikelijke wijze begon Hitler met de aanwezigen te verdoven door middel van een lange uiteenzettingê waarin hij waarschuwde dat de Russen, als zij de oorlog wonnen, heel Europa onder de voet zouden lopen. Welnu, 'die Herreehaft des Bolschewismus würde für gans: Europa mit sich bringen die Heirschaft der innerasiatischen Menschentassen über die europaischen, die mehr oder weniger vernichtet und ausgelöscht würden; der Rest würde einer u/eitgehenden Rassenmischung unterworfen.'
Europa moest dus alle krachten op het oosten concentreren: daar lag 'sozusagen das Paradies' veel te goed was dat voor de inheemse bevolking want onder deze bevonden zich, zei Hitler, kannibalen. Vermoedelijk sprak hij al ongeveer een uur voor hij aan Nederland toekwam:
'Nun zu den niederländischen Verhältnissen:
[eder Versuch, eine Regierung einzusetzen (siehe Quisling) bringe uns nut Schwierig keiten ... Einen Status für die Zukunjt aufzustellen, ist völlig unmöglich ... Ohne unsere Bundesgenossen können wir ... keine Zukunjtspläne schmieden und deshalb mussen wir erst den Krieg gewonnen haben, ehe wir weitere Zukunjtspläne erörtern können.'
Tekst: (RvO) Het proces Mussert p.A.v., p.Bor 'Besprechung des Führers mit Mussert-NSB am
In die toekomst dient er een Germaanse statenbond te komen, merkte Mussert op", Hij kreeg de wind van voren! 'WiT könnten nicht', aldus Hitler volgens Bormanns verslag,
'einen Staatenbund bilden, d.h. einen Staat, der aus lauter Einzelstaaten bestände, denn bei nächster Gelegenheit würde dieses ganze Gebilde wieder auseinanderjallen ... Die Notwendigkeit, eine ganz fest g~fütge staatliche Konstruktion zu schaffen, unter streicht der Führer mit dem Hinweis auf das Eigenleben der Niederlande in den letzten 400 [ahren. 'Wären wir 400 Jahre nicht getrennt gewesen, gäbe es heute kein Holland, aber wahrscheinlich ein germanisches Weltreich.' Weiter betonte der Führer, er körme ja nun Mussert anschwindeln, ihm Versprechungen für die Zukunft mathen. Der Führer habe aber mit Recht Zeit seines Lebens als ganz loyaler Mensch gegolten und diese Loyalität wolle er selbstverständlich aucli Mussert gegenüber wahren . .. In gleicher Weise wie der Führer seine eigene Heimat einordne, müsse der Führer auch die Niederlande einordnen. Sicher tat der Führer manche Tradition weh, in Hinblick auf die Zukunft müsste dies sein.
Der Führer betont, er wol/e ja keineifalls die Kraft des norddeutschenRaumes knicken, sondern sie ausu/erten. Daher werde er weder die Holländer noch die Belgier als Besiegte behandeln: sie einordnen in das grossgermanische Reich hiesse doch aber nicht, sie als Besiegte zu behandeln ...
Der Führer betont, es werde[ur unser grossgermanischesReich nUTGewinnende oder nur Verlierende geben. Wir mussen alle gemeinsam diesen Kampf gegen den asten auf Leben und Tod führen. Der Führer werde aber nicht kapitulieren, sondern kämpfen, und wenn er eines Tages die 16 oder die 14-Jährigen einziehen müsse. Es wäre immer noch besser,siefie/en im Kampf gegen den asten als dass sie bei einem verlorenen Kriege zermartert oder in niederster Sklavenarbeit zerschunden würden.'
Kon het duidelijker? Hiders besluit stond vast: precies als Oostenrijk zou Nederland uiteindelijk geannexeerd worden. En dat had hij Mussert gezegd - twee keer zelfs. Bij het vorige gesprek (12 december '41) had hij al een vergelijking met Oostenrijk gemaakt, nu had hij brutaal-duidelijk verklaard dat hij Nederland zou 'einordnen in das grossgermanische Reich'. Seyss-Inquart had Hitler in een voorafgaand gesprek deze openhartigheid ontraden en hem 'ausdrücklich gesagt, dass er nicht glaube, dass Mussert den radikalen Kurs werde mitmachen können, auch würde er' (Seyss-Inquart) 'einen
'Wie wird sich Mussert bei der Legion ver halten? Wird er dort wieder seine torichtendietsehenGedanken vertreten aderein Zeug reden wie bei der Besprechungin der Wolfsschanze?' (Telexbericht, 16 dec. 1942, van Himmler aan Seyss-Inquart, RK: Telexberichten,
Er werden de leider der NSB de door Seyss-Inquart gesuggereerde kruimels toegeworpen. Van Hitler kreeg hij te horen: 'Lch sehe in Ihnen den Führer des niederiándischen Volkes. Niemals werde ich: Entscheulungen [assen ohne mit Ihnen gesproehen zu haben.' Hitler verklaarde zich voorts accoord met het decreet inzake de inschakeling van de NSB in het bestuur van Nederland waarvan de tekst in de bespreking vastgesteld werd.
Aan het punt 'De mogelijkheid tot voorbereiding van de militaire dienst'
kwam Mussert niet toe.
Hij aanvaardde de terugreis in, zo schreefhij in '45, 'de aangename overtuiging, veel bereikt te hebben in de laatste minuten van het onderhoud'2 dat waren de minuten geweest waarin hem de kruimels toegeworpen waren.
Wat had hij dan 'bereikt'
? De Duitse instanties in Nederland zouden voortaan, zo meende hij, zijn accoord moeten vragen bij belangrijke maatregelen en speciaal bij benoemingen - maar het laatste woord zou bij Seyss-Inquart liggen." Voorts zou Hitler geen beslissing nemen ten aanzien van de toekomst van Nederland zonder tevoren met hem gesproken te hebben - maar wat zou hij, als het zo ver kwam en als het hard tegen hard ging, kunnen voorkomen? Niets. Hij had Hitler trouw gezworen - trouw aan de man die Nederland in een Grootgermaans rijk wilde laten opgaan en die ook in dit. gesprek (men denke aan de passage over de veertien- tot zestienjarigen) weer getuigd had van de ongehoorde vasthoudendheid waarmee hij zijn beleid placht door te zetten. Mussert had slechts één blik behoeven te werpen op zijn eigen notitie 'Wat bereikt moet worden door uitspraken van de Führer', speciaal op punt I daarvan: 'Openlijke, onaantastbare vastlegging van de uiteindelijke positie van het Nederlandse Volk en de Nederlandse Staat' (die niet mocht verdwijnen!) 'in het nieuwe Europa'
, om te beseffen dat hij, gehoord Hitlers uitlatingen, totaal niets bereikt had; sterker nog: dat hij via de aan Hitler afgelegde eed samen met zijn gehele, door een eed aan hem gebonden kader vastgeketend zat aan een man die, als hij er de kans toehet museumwezen' benoemen - dat gaf hem meer '
status' bij zijn pogingen tot'nationalist'
Mussert lief was, geen spaan zou heel laten.'
Hebben nu Mussert en Müller op de terugreis naar Nederland hier geen woord over gewisseld? Wij kunnen het ons nauwelijks voorstellen. 'Naar mijn mening'
, zo verklaarde Müller na de bevrijding, 'was het gehele onderhoud nutteloos. Het geheel maakte op mij een onaangename ... indruk. '2 Dat was maar al te begrijpelijk. In zijn officiëleverslag (waarin de tafelschikking bij elke maaltijd waar Mussert aangezeten had, nauwkeurig weergegeven werd) vermeldde Müller echter uitsluitend de kruimels: Hiders 'gunstige'
uitspraken - alles wat de Führer duidelijk en onmiskenbaar over zijn uit eindelijke bedoelingen gezegd had, liet hij weg.
Wij zien daar opzet in.
Wij zijn er ook niet van overtuigd dat Mussert inderdaad louter 'in de aangename overtuiging, veel bereikt te hebben', de terugreis aanvaardde. Eerder menen wij dat de even stellige alsverontrustende uitspraken van Hitler wel degelijk tot hem doorgedrongen zijn maar dat hij, in zielige zelfoverschatting, de hoop bleefkoesteren dat hij er, als Duitsland de oorlog won, in zou slagen, Hitler tot andere gedachten te brengen, en dat hij meende dat hij daarbij, erkend als 'Leider van het Nederlandse volk'
, sterker zou staan. En als Duitsland de oorlog verloor? Wel, dan zou Hitler aan de vestiging van zijn Grootgermaans rijk niet toekomen, maar dan was het wèl wenselijk, in het officiëleverslag geen passagesop te nemen waarmee men na de oorlog zou kunnen bewijzen dat Mussert trouw gezworen had (en trouw blééf) aan een Führer die de identiteit van Nederland wilde uitwissen. Conclusie: de duidelijke 'verliesposten'
moesten verzwegen worden, de vage 'winstposten'
met nadruk en geforceerd onderstreept.
Dat laatste geschiedde op de bijeenkomst in het Amsterdamse Concertgebouw die wij in de aanvang van dit hoofdstuk beschreven.
Onmiddellijk na die bijeenkomst wachtte Mussert eennieuwe teleurstelling. Want wat bleek? Terwijl Seyss-Inquart gezegdhad dat benoemingen voortaandec. 1942, van Himmler aan Rauter, EDe, 3660). 2 POD-Den Haag: p.v. F.E. Miiller (IS sep~. 1945),'inovereenstemming'
Of met' in overleg'
) met Mussert of met door deze aan tewijzen personen moesten geschieden (die zouden dus, als men van 'overeenstemming'
uitging, een soort vetorecht krijgen), sprak de door het Reichskommissariat verstrekte vertaling van Seyss-Inquarts toespraak die in de pers opgenomen werd, louter van 'overleg'
. Mondeling en schriftelijk protesteerde Mussert bij Schmidt. Hij zal wel niet vernomen hebben dat Schmidt aan secretarisgeneraal Frederiks die verontrust was komen vragen wat die uitroeping van Mussert tot 'Leider van het Nederlandse volk'
betekende, verzekerd had dat Mussert 'in geen enkel opzicht'
werkelijke zeggenschap zou krijgen over het Nederlandse bestuursapparaat.' Er bleef van de troostprijs waarmee de leider der NSB afgescheept was, niet veel over.
Aan de NSB' ers die in het Concertgebouw zo luid gejuicht en geapplaudisseerd hadden, waren al die achtergronden die wij schetsten, onbekend daarom konden zij zo enthousiast reageren.
Slechts de leden van de Nederlandse SS stonden, aldus Rauter, 'den Vor gängen [assungslos gegenuber. Sie starren mich alle mit grossen Au.gen an', berichtte hij aan Himmler.ê Binnen het apparaat van de Sicherheitspolizei en Sicher heitsdienst zal de reactie wel niet positiever geweest zijn. 3 De doorsnee-NSB' er evenwel zag in Musserts '
promotie' een hoopvolle belofte voor de toekomst en op het hoofdkwartier van de NSB vertelde men, dat Mussert voor 100% tevreden is met de bespreking en opdrachten van de Führer. Dat onze Leider dit precies heeft gewenst en dat hij zeer, zeer tevreden is.'4
'En de rede van Mussert?'
vroeg Het Parool. Antwoord: 'Hij moest natuurlijk erg blij en dankbaar doen, en als hij een staart had, hij zou er de ganse vloer van het Concertgebouw mee schoongeveegd hebben."
'Mussert '
Leider van het Nederlandse volk' ?' vroeg De Waarheid. Antwoord: 'Hitler of SeyssJ.'Aan het malle mannetje Mussert'
zette een amateur-poëet, L. Kruidenier, boven een op vondels 'Kinderlijck'
geïnspireerd gedicht dat illegaal spoedig in circulatie kwam: 'Intrigantje, dilettantje, onverstandje, mal geval, arrogantje, dwingelandje, kwasterige niemendal, nijdig ventje, vals serpentje, maleontentje. wat een pech! Hitler kent je, want hij zendt je met een zoethoudertje weg. Hoe j' ook likte, minzaam. knikte, je verslikte in een snik, Hitler wikte en beschikte: De regeerder, die blijfik! ... Stumprig stukje ongelukje, 't meesterstukje werd een klucht, sullig krukje, nog een rukje en je slaakt je laatste zucht !'
2
'Nog een rukje'
- inderdaad: op grond van de berichten van de fronten meenden de meeste Nederlanders dat het einde van het Derde Rijk snel naderde en dat dus ook aan Hitler en Mussert geen lang leven meer beschoren was. Maar wat voor onheil zou zich voordien nog manifesteren? In het kader van een publieke-opinie-onderzoek werd door enquêteurs van het Bureau voor Bijzondere Aangelegenheden van de NSB met een kleine tweehonderd personen gesproken, 'allen niet-leden der NSB'
. Gerapporteerd werd dat over de op 13 december' 42 bekendgemaakte besluiten '
door de bevolking weinig gesproken (werd). De enige conclusie die door een aantal mensen werd getrokken, was deze: dat er nu zeer spoedig de algemene dienstplicht zou worden ingevoerd en Nederlandse soldaten zouden worden ingezet in de strijd aan het Oosttront.Ï"jan.p.p.3 NSB, hoofdkwartier, hoofdafd. III, bureau voor bijzondere aangelegenheden: 'Mededelingen'
, I (jan. 1943), p. 1-2 (NSB,
Die laatste reactie sloot aan bij de cornmentaren van Radio Oranje. 'Het zal wel blijken'
, had de regeringsornroep op zondagavond I3 december gezegd (de plechtigheid in het Concertgebouw was door de radio uitgezonden, vandaar de snelle reactie), 'of het leveren van kanonnenvlees in de vorm van jonge Nederlandse soldaten óók op het programma staat.'
Na die r j de december '42 verliepen nog bijna zeven weken voor dan eindelijk op 30 januari '
43 het decreet gepubliceerd werd, 'houdende inschakeling van het Staatspolitiek Secretariaat der Nationaal-Socialistische Beweging der Nederlanden'
in het openbaar bestuur.' De inhoud was min of meer gelijk aan datgene wat Seyss-Inquart in het Concertgebouw meegedeeld had, met dien verstande dat nu toegevoegd was dat de NSB op bestuursgebied ook 'voorstellen en ontwerpen'
mocht indienen. Waar 'Einvernehmen' in de Duitse tekst stond, stond in de Nederlandse weer 'overleg'
.
Waarom heeft dat decreet zo lang op zich laten wachten? Dat weten wij niet met zekerheid. Wij vermoeden dat ten aanzien van de weergegeven toevoeging het accoord van Hitler verkregen moest worden en zulks kan (Hitler had in die tijd nog wel andere zorgen!) enige tijd op zich hebben laten wachten. Daarnaast was van belang dat zich binnen de NSB een heel touwtrekken ontwikkeld had over de vraag, wie de aan Mussert geschonken bevoegdheden zouden gaan uitoefenen, d.w.z. wie tot 'gemachtigden'
benoemd zouden worden. Die kwamen er in twee soorten: 'gemachtigden voor staats-aangelegenheden'
(de departementen) en 'gemachtigden voor aangelegenheden der volksgemeenschap'
(de 'foute'
instellingen). Wat de eerste soort betreft, zij vermeld dat er als gevolg van het verzet van de secretarissen-generaal Schrieke en Hirschfeld géén gemachtigden kwamen voor Justitie en voor Handel, Nijverheid en Scheepvaart; wèl kwam er een gemachtigde voor Landbouwen Visserij: oud-minister dr. F. E. Posthuma. 2 Rost van Tonningen, die 'gemachtigde voor economische zaken'
had
'gemachtigde voor financiën, bankwezen, bijzondere economische zaken en de Nederlandse Oost-Compagnie'.
Wat de 'gemachtigden voor aangelegenheden der volksgemeenschap'
aangaat, willen wij slechts vermelden dat generaal Seyffardt (die zich met de zaken van het Nederlandse Legioen praktisch niet meer bemoeide) een benoeming tot gemachtigde voor dat Legioen aanvaardde - zij zou hem het leven kosten. Wij slaan de namen van de overige 'gemachtigden'
over: daarvoor had het bouwsel dat Mussert ging optrekken, te weinig betekenis.
In dat bouwsel werd een centrale plaats ingenomen door het bureau dat Seyss-Inquart in zijn decreet als 'Staatspolitiek Secretariaat'
aangeduid had, maar dat Mussert (de 'Staat der Nederlanden'
moest behouden blijven!) 'Secretarie van Staat'
gedoopt had.
De Secretarie van Staat der NSB heeft tot aan de Dolle-Dinsdag-crisis, tot begin septemberdus, gefunctioneerd. Zij was in Den Haag aan het Nassauplein gevestigd, maar werd in juliverplaatst naar het oude woonhuis van Groen van Prinsterer aan de Korte Vijverberg, waar zich reeds vóór de oorlog het Kabinet der Koningin bevond. Dat pand was inwendig geheel verbouwd, hetgeen bijna fkostte. Trouwens, de gehele Secretarie van Staat werd een dure aangelegenheid. Carp, het hoofd (de man van het 'Raad van State-plan'
), trok een omvangrijke staf aan en betaalde naar verhouding hoge salarissenaan zijn meer dan honderd personeelsleden. Inbedroegen de kosten ruim fen voor het eerste halfjaar vanwerd bij het Reichskommissariat (dat de zaak fmancierde) faangevraagd. Die bedragen sloten toen de bezoldiging van Musserts lijfwacht in; Mussert-zelf had het 'Kabinet van de Leider'
naar Pleinno.overgebracht - ook dat Kabinet werd uit de begroting van de Secretarie van Staat bekostigd. Gewerkt werd daar weinig. Een op de bovenverdieping werkende typiste schreef in de herfst van'aan een kennis:
'Boordevol kritiek zijn wij op de leeglopertjesdie beneden een flink salaris toucheren en hun tijd besteden met kletspraatjesen kranten lezen. De luiheid staat sommigen op het gezicht te lezen ... Carp is slap, al is zijn verstand scherp
Kon het anders? De meesten die bij de Secretarie van Staat aangesteld waren, beschouwden hun arbeid spoedig als vrijwel zinloos. De 'gemachtigden'
werden niet meer dan één of twee keer door Mussert bijeengeroepen en als zij individueel in het 'Kabinet van de Leider'
rapport gingen uitbrengen, hadden zij over weinig anders te berichten dan over tegenwerking door Duitse en Nederlandse instanties. Secretarissen-generaal als Hirschfeld, Frederiks en van Dam weigerden alle contact met de Secretarie van Staat en met de 'gemachtigden'
(bij Verwey, secretaris-generaal van sociale zaken, werd iets meer bereikt) en het grievendste was dat men het Verordeningenblad of de Nederlandse Staatscourant maar behoefde op te slaan om telkens te zien dat belangrijke regelingen afgekondigd en benoemingen gedaan waren waar Mussert en zijn 'gemachtigden'
niet alleen niet hun 'Einvernehmen' mee betuigd hadden maar waaromtrent niet eens' overleg'
met hen was gepleegd. Carp hield er nauwkeurige statistieken van bij. Daaruit blijkt o.m. dat de 'gemachtigde voor binnenlandse zaken en veiligheid'
, van Geelkerken, met geen enkele benoeming in de politiesector bemoeienis kreeg; in '43 (de gegevens zijn niet geheel volledig) parafeerde hij 101 burgemeestersbenoemingen, bij 59 benoemingen was geen enkel overleg met hem gepleegd en twee candidaten waren burgemeester geworden tegen wier benoeming hij zich uitdrukkelijk verzet had.
Men gaat niet te ver wanneer men, achteraf, de Secretarie van Staat annex Musserts 'gemachtigden'
een wassen neus noemt. Maar zo werd het niet door een ieder gezien toen de Nederlandse pers en Radio Hilversum op donderdagmiddagfebruaride naamlijst der gemachtigden bekend maakten. Was dit een schaduwkabinet? Moest men het als aanloop zien tot een regering-Mussert die (Musserts gepubliceerde uitlatingen lieten geen andere conclusie toe) als een van haar eerste maatregelen enkele honderdduizenden jongeren zou mobiliseren voor de strijd aan het Oostelijk front?
Op aanraden van de redactie van Radio Oranje hield de minister-president, prof. Gerbrandy, nog diezelfde avond een toespraak waarin hij het gehele overheidspersoneel gelastte, alle maatregelen tegen te werken 'welkeBrief,okt.vanaan(Doe
Vier-en-twintig uur later, vrijdagavond 5 februari, werd generaal Seyffardt, Musserts 'gemachtigde voor het Nederlandse Legioen'
, door een lid van de verzetsgroep CS-6 neergeschoten. De Sicherheitspolizei vermoedde dat de pleger van de aanslag uit studentenkringen afkomstig was en de volgende ochtend reeds, 6 februari, volgden grote razzia's op de universiteiten en hogescholen die het gehele hoger onderwijs in rep en roer brachten.
Wat had zich op die sector in '41 en '
42 afgespeeld?
Tot goed begrip van hetgeen volgen zal, moeten wij daar eerst een terugblik op werpen.