Wat de bezetter uiteindelijk op de sector van het hoger onderwijs wilde bereiken, is evident: volledige gelijkschakeling. De Nederlandse universiteiten en hogescholen moesten hetzelfde beeld gaan bieden als de Duitse: van de academische docenten zou geen spoor van anti-nationaal-socialistische beïnvloeding mogen uitgaan, zoveel mogelijk nationaal-socialisten moesten op openvallende leerstoelen benoemd worden en er dienden nieuwe leerstoelen ingesteld te worden voor het onderwijs in nationaal-socialistische leervakken zoals 'rassenkunde'
. Wenselijk was tenslotte dat onder de studenten een sterke nationaal-socialistische groepering tot ontwikkeling kwam.