Dat onderwijs werd gegeven aan zes overheidsinstellingen: de Rijksuniversiteiten te Leiden, Utrecht en Groningen, de Technische Hogeschool te Delft, de Landbouwhogeschool te Wageningen en de Gemeente-Universiteit te Amsterdam, en aan vier instellingen die het eigendom waren van particuliere verenigingen of stichtingen: de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, de (gereformeerde) Vrije Universiteit te Amsterdam, de Katholieke Universiteit-te Nijmegen en de Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg. Die laatste vier ontvingen geen overheidssubsidie van enige betekenis - wèl oefende het departement van onderwijs, kunsten 57
Aanslagen
Groep CS-6
Katholieke Economische Hogeschool, Til- burg
Katholieke Universireir Nijmegen
Landbouwhogeschool, Wageningen
Musserr, A. A.
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Nederlandse Economische Hogeschool, Rot- terdam
Razzia's
Rijksuniversiteit Leiden
Utrecht
Secrerarie van Staat (NSB)
Seyffardt, H. A.
Seyss-Inquart, A.
Technische Hogeschool, Delft
Universiteit van Amsterdam
Universiteiren en hogescholen
Vrije Universireir, Amsterdam
DECEMBER '42-FEBRUARI '43en wetenschappen o.m. via zijn afdeling hoger onderwijs het wettelijk voorgeschreven toezicht uit. Het was immers taak van de overheid om te waarborgen dat het hoger onderwijs, openbaar èn bijzonder, aan behoorlijke normen voldeed. Benoemingen van hoogleraren geschiedden dus Of bij koninklijk besluit (bij de rijksinstellingen van hoger onderwijs) of werden door de Kroon stilzwijgend toegelaten (bij de overige); voor de vestiging van bijzondere leerstoelen gold een overeenkomstige regeling. Deze regels gaven het departement niet meer dan een formeel vetorecht - in feite was het zo dat benoemingsvoorstellen, ingediend door de colleges van curatoren (de uit notabelen bestaande hoogste bestuursinstanties van de instellingen van hoger onderwijs), door het departement overgenomen werden.'