De crisis was slechts uitgesteld, niet afgesteld. Met steun van NSB' ers als van Genechten liet Wimmer een plan ontwerpen dat voorzag in het vervullen van de vacatures bijvoorbeeld van Meijers, Cleveringa, Telders en Boeke, alsmede in het gedwongen ontslag van alle Leidse hoogleraren die als uitgesproken anti-nationaal-socialisten bekend stonden; hun aller plaatsen zouden door docenten ingenomen worden die de 'Nieuwe Orde' toegedaan waren en ook zouden nog méér 'foute' leerstoelen gecreëerd worden, bijvoorbeeld in de 'rassenkunde'. Hiertegen rees groot verzet. Reinink (die zijn ontslag nam) en anderen maakten het Wimmer en van Dam duidelijk dat de overgrote meerderheid der Leidse hoogleraren .niet bereid was, zich bij deze N azificatie neer te leggen - men kon dan wel doorzetten en Leiden heropenen, maar er zouden vrijwel geen hoogleraren en studenten overblijven."J.J. J.ArrestariesArrsenverzerBoeke, J. H.Brute! de la Riviere, J. J.Dam, J. vanCenechten, R. vanGijzelaarsIdenburg, Ph. J.Medisch ContactNationaal-Socialistische Beweging (NSB)Nationaal-Socialistische StaathuishoudkundeReinink, H. J.Rijksuniversiteit LeidenSeyss-Inquart, A.Universiteiren en hogescholenWimmer, F.DECEMBER '42-FEBRUARI '43 Wimmer besloot tot een voorzichtiger aanpak: hij concentreerde zijn CRISIS AAN DE LEIDSE UNIVERSITEITaanval op de juridische faculteit en stelde eind '41 via van Dam voor, dat in die faculteit zes 'foute' hoogleraren benoemd zouden worden plus twee nieuwelingen die niet als uitgesproken 'fout' golden. De faculteit moest advies uitbrengen. Twee leden bleken bereid te zijn de beide nieuwelingen "desnoods te aanvaarden. In die situatie zond prof mr. J. C. van Oven die als waarnemend decaan optrad (Cleveringa werd nog steeds als de 'echte' decaan beschouwd), aan alle leden van de faculteit een briefje waarin hij er bij hen op aandrong, één lijn te trekken en dus ook de nieuwelingen niet te accepteren, aangezien, schreefhij, 'juist de aanvaarding van deze twee strijdig is met ons tot dusver ingenomen standpunt: wèl waarnemers, maar geen professoren te willen aanvaarden in de plaats van onze ontslagen collega's'>: die 'waarnemers' zouden overigens eerst college kunnen gaan geven als Leiden heropend werd. Een van de twee die de nieuwelingen hadden willen accepteren, was prof dr. W. van Iterson, hoogleraar in het oud-vaderlands recht. Hij had veel contact met een NSB'er, medewerker van de Centrale Inlichtingen Dienst der NSB en V-Mann van de Sicherheitsdienst, en vertelde in diens bijzijn wat zich in de faculteitsvergadering afgespeeld had (van Iterson deed dat vaker); bovendien kwam van Ovens briefje vermoedelijk via hetzelfde kanaal bij de 'bezetter terecht. Deze nam dat briefje als aanleiding om van Oven te ontslaan. Medio maart' 42 werd dat in Leiden bekend. W éér werd, ondanks Duitse dreigementen dat zulks als 'sabotage' zou gelden, een collectieve ontslagaanvraag overwogen, maar het aantal hoogleraren dat daartoe bereid was, bleek niet groot genoeg: van Oven had, zo meenden velen en zo noteerde Idenburg een jaar later, 'inderdaad een onvoorzichtigheid"begaan'2wèl heerste er eenstemmigheid 'dat bij de eerstkomende gelegenheid niet meer geretireerd mocht worden voor de wassende nationaal-socialistische vloed.P Die 'eerstkomende gelegenheid' liet slechtsenkele weken op zich wachten. Nog in maart ondertekende van Dam het besluit waarbij een van van Ovens collega's, prof mr. R. Kranenburg, ontslagen werd (hem werd verweten dat hij in een herdruk van een van zijn werken niet naar behoren gewag gemaakt had van Seyss-Inquarts verordeningen), en toen in de loop van 1 Brief, 12 dec. 1941, van J. c. van Oven aan de leden van de Leidse juridische facnlteit (Doe 1-801, a-v). 2 P. J. Idenburg: 'Overzicht van de voornaamste gebeurtenissen in verband met de crisis aan de Leidse universiteit' (1943), p. 10 (Doe II-810 E, a-r), J. N" Bakhuizen van den Brink: 'Herdenkingstoespraak 5 mei 1955' in Mededelingen van de Civitas Academica Lugduno Batavorum (mei 1955), p. 81.Bakhuizen van den Brink, J. N.Cleveringa, R. P.Dam, J. vanIdenburg, Ph. J.Iterson, W. vanKranenburg, R.Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)Oven, prof. J. C. vanRijksuniversiteit LeidenSeyss-Inquart, A.Sicherheitsdienst (SD)Universiteiren en hogescholenV-MännerVerordeningenWimmer, F.april bekend werd dat dit ontslag, ondanks de waarschuwingen van van Dam en van de president-curator, de Ruyter van Steveninck, doorgezet zou worden, was de maat vol. Idenburg, secretaris van het college van curatoren, legde zijn functie neer en de overgrote meerderheid der hoogleraren liet zich al evenmin intimideren. Niet minder dan drie-en-vijftig hunner (Leiden telde in totaal acht-en-zestig hoogleraren), door drie lectoren gevolgd, deelden begin mei aan van Dam mee dat zij ontslagen wilden worden - enkelen hunner doken veiligheidshalvemeteen onder.