'Presidium libertatis' ('bolwerk der vrijheid'
) - de hoogleraren van Leiden hebben zich het devies van hun universiteit waardig betoond. Zij hebben
Dam, J. van
Idenburg, Ph. J.
Nationaal Steunfonds (NSF)
Noorr, L. P. D. op ten
Ruyter van Steveninck, R. N. de
Rijksuniversiteit Leiden
Sande Bakhuyzen, A. van de
Schwarz, H.
Universiteiren en hogescholen
DECEMBER '42-FEBRUARI '43
'neen'
doen horen, een 'neen'
dat zij niet onmiddellijk uitspraken maar waar zij (het blijkt uit de weergegeven feiten) naar toe zijn gegroeid. Later kon menigeen hunner, Cleveringa in de eerste plaats, er zich over verbazen dat men eind '40 de docententaak niet terstond neergelegd had toen aan de Joodse collega'
s het verder doceren verboden werd. Dat had schuldgevoelens gewekt - schuldgevoelens die er toe bijdroegen dat een kleine groep tot het inzicht kwam dat een duidelijke grens getrokken moest worden. In de zomer van '41 was die groep niet sterk genoeg om tegen de benoeming van Krekel, van Genechten en Goedewaagen een algemeen verzet te doen ontstaan. Het was eerst Wimmers veel uitgebreider Nazificatieplan dat tot een nagenoeg collectief 'onaanvaardbaar'
leidde - een beslissing die samenhing met het 'neen'
tegen zoveel gelijkschakelingspogingen van de bezetter die wij in hoofdstuk 4 van ons vorige deel schetsten. Nadien werd de aanval geconcentreerd op de juridische faculteit. Die faculteit stond pal en de overige faculteiten verklaarden zich in grote meerderheid met haar solidair. De weergegeven cijfers (van acht-en-zestig hoogleraren vroegen drie-envijftig ontslag aan) spreken voor zichzelf. Evenzeer spreekt het feit voor zichzelf dat zich onder de gijzelaars in de Brabantse karnpen een zo grote groep Leidse hoogleraren bevond.