Alle rectores magnifici der universiteiten en hogescholen werden nog op de 8ste telegrafisch opgeroepen om op woensdagmiddag 9 december naar Amsterdam te komen waar van Dam in de Senaatskamer van de gemeenteuniversiteit een bespreking met hen wilde hebben, eerst met de rectores magnifici der openbare universiteiten, vervolgens met die der bijzondere. Die eerste bespreking begon om twee uur. Amsterdam was er vertegenwoordigd door Brouwers opvolger prof. dr. H. T. Deelman, Utrecht door prof 1. van Vuuren (een autoritaire man die pro-Duits was en ook deswege buiten de Senaat om tot rector magnificus benoemd was-), Groningen door de 'foute'
hoogleraar dr. H. M. de Burlet (opvolger van de al even 'foute'
Kapteyn), Delft door prof ir. H. B. Dorgelo - en ook de Leidsewaarnemend rector magnificus was, al waren er dan geen studenten in Leiden meer, opgeroepen: prof. dr. W. van der W oude"; de rector magnificus uit Wageningen, prof mr. W. C. Mees (pas benoemd en 'fout'
) ontbrak."