Dat hing er van af hoe men de situatie beoordeelde. Was de arbeidsinzet der studenten inderdaad, zoals van Dam gezegd had, definitief van het Duitse program verdwenen? Kon men dergelijke toezeggingen ooit vertrouwen? Anderzijds: wanneer men alle studenten adviseerde, na de Kerstvakantie de universiteiten en hogescholen te mijden, hoe kon de Raad van Negen dan ooit die studenten bereiken? Via een extra-editie van De Geus d.d. 20 januari ,43 maakte de raad bekend dat men naar zijn oordeel voorshands de studie kon hervatten; 'de eisen van een hechter onderling contact'
maakten dat wenselijk, maar als 'slechts een gedeelte van de studenten gegrepen'
werd, dan zou men 'terstond tot actie over (moeten) gaan' - collectief: 'Het gaat om onze hoogste, enige troef. Laten wij die tenminste niet door gemis aan eenheid verspelen.'
2