1 Tekst in].]. G. Boot: Burgemeester in bezettingstijd, p. 129-30. 2 Die 'verzekering' werd niet gegeven; nadien dienden toch slechts weinig burgemeesters hun ontslag in. 3 Later in februari viel een brief waarmee van Rappard enkele Zeeuwse burgemeesters omtrent de gezamenlijke actie inlichtte, in Duitse handen. Zijn huis werd toen doorzocht en er werden nog meer bezwarende stukken gevonden. Hij werd gearresteerd, drie maanden gevangen gehouden, ontslagen, naar Drente verbannen'Aanwijzingen betr. de houding ... in geval van een vijandelijke inval'ArrestariesBurgemeesters, wethoudersFrederiks, K. J.GorinchemGijzelaarsInterkerkelijk Overleg (IKO)Nederlandse Hervormde KerkRappard, L. R. J. vanSauckel, F.ZeelandDECEMBER '42-FEBRUARI '43 FREDERIKS TEGEN 'LONDEN'verder ging: zou de bezetter ooit een jacht inzetten op meisjes en jonge vrouwen in plaats van op jonge mannen, dan zouden zij persoonlijk in hun gemeente de algemene staking afkondigen. Dat het ooit tot zulk een jacht op meisjes en jonge vrouwen zou komen, was intussen niet erg waarschijnlijk. Er waren in totaal op dat moment in Nederland nog ca. zeshonderdvijftig burgemeesters in functie die vóór de bezetting benoemd waren. Van hen zetten rweehonderdrwee-en-zestig hun naam onder protestbrieven aan Frederiks waarvan een aantal conform van Rappards concept was en andere van een eigen tekst uitgingen. Verscheidene van die teksten getuigden van de -gewetensnood waarin menige burgemeester was komen te verkeren. Zo vroegen de burgemeesters van zeven Noordhollandse gemeenten met spoed een onderhoud met Frederiks aan. De regering had, schreven zij, bij monde van prof. Gerbrandy verdere steun aan de Duitse oorlogvoering verboden. Hun mening was dat zij eigenlijk dienden af te treden, zij aarzelden evenwel 'om die mening als definitief te aanvaarden'. Enerzijds vreesden zij dat 'foute' opvolgers het hun gemeentenaren lastiger zouden maken, anderzijds was er 'het voorbeeld, door u en door enkele uwer ambtgenoten gegeven.' Want wat de vóór de bezetting benoemde, nog steeds in functie zijnde secretarissen-generaal betrof (Frederiks, Hirschfeld, Six en Spitzen), waren de zeven betrokken burgemeesters 'zozeer overtuigd van hun loyaliteit tegenover onze wettige Regering, van hun liefde voor ons Vaderland, van hun eerbied voor de afgelegde eed, en tenslotte van hun betere kennis der tegenwoordige omstandigheden en verhoudingen, dat wij onmogelijk kunnen aannemen, dat zij hun medewerking zouden willen verlenen ook waar die ongeoorloofd zou zijn.' De zeven twijfelden dus aan de juistheid van hun eigen inzicht.' Anderzijds kwam hun gehele rechtsgevoel in op(J.].meester weggegaan was, vroeg ik', aldus de ambtenaar, 'of de secretaris-generaalBurgemeesters, wethoudersFrederiks, K. J.Gerbraody, P. S.'s-HerrogenboschHirschfeld, H. M.Interkerkelijk Overleg (IKO)Kruse. P. C J. M .Nederlandse Hervormde KerkRadio OranjeRappard, L. R. J. vanSix, O. E. W.Spitzen, D. G. W.Zwollestand tegen 'veel wat in de laatste tijd geschiedt. Wij denken hierbij aan de maatregelen tegen de Joden, aan de gedwongen tewerkstelling van Nederlandse arbeiders in de Duitse oorlogsindustrie en vooral aan het opjagen, grijpen en zonder enige vorm van proces als slaven wegvoeren van de bloem onzer Nederlandse jeugd.'!