Mussert trok de lijn door die al uit zijn eerste reacties op de razzia van 9 februari gebleken was. In het nummer van Volk en Vaderland van 26 februari publiceerde hij een hoofdartikel waarin hij 'het recht der kerken, ja de plicht' erkende om '
de wereldlijke overheid te vermanen', wanneer 'gerechtigheid, barmhartigheid en vrijheid van geloofsovertuiging' aangetast werden. Er was, schreef hij, aanleiding tot dat vermaan. Hij wees op de studentenrazzia's (uiteraard niet op de met zijn instemming uitgevoerde razzia's op de '
plutocratenzonen') en voegde toe: 'Indien ik daarover geraadpleegd was, zou ik natuurlijk getracht hebben, dit te voorkomen.'