Door de vrederechters en hun plaatsvervangers werd op gelijke wijze met twee maten gemeten, zij het dat de een dat duidelijker deed dan de ander. De vrederechters bevonden zich evenwel in een moeilijker positie dan het vredegerechtshof: voor het 'foute'
hof werden de zaken voorbereid door een 'foute'
procureur-generaal, de 'foute'
vrederechters moesten die voorbereiding evenwel overlaten aan de normale parketten waar men als regel' goed'
was. Er werd veel tegengewerkt: men seponeerde bepaalde zaken waarin veelal de politie al getracht had, zo weinig mogelijk 'politieke'
elementen in de processen-verbaal op te nemen, of men voerde tijdens de terechtzitting de ondervragingen zo dat zelfs de vrederechter de bewijzen voor het provocerend optreden van de NSB of de WA niet naast zich neer kon leggen. Uiteindelijk was het evenwel die rechter die vonnis wees.