anders gezegd: van Genechten kon eisen (en zijn eis zou natuurlijk ingewilligd worden) dat gehandeld werd dwars tegen een van de grondbeginselen van de strafrechtspraak in hetwelk inhield (' ne bis in idem') dat een zaak, indien het desbetreffend vonnis in kracht van gewijsde gegaan was, niet opnieuw berecht mocht worden. Natuurlijk, revisie van vonnissen was ook vroeger mogelijk, maar alleen in het licht van nieuwe feiten of nieuwe omstandigheden - wat van Genechten begeerde was, vastgestelde feiten en vastgestelde omstandigheden opnieuw te berechten, en dan met toepassing van nationaal-socialistische normen. De Nederlandse rechterlijke macht werd voor het door de vrederechtspraak bestreken terrein dus niet alleen voor de toekomst buiten spel gezet, maar haar finaal vastgestelde uitspraken in de meest belangrijke zaken (en daar had van Genechten het op gemunt) konden door het vredegerechtshof opgeheven worden. Niet Schrieke of Hooykaas had dat bedacht - de opneming van het desbetreffende artikel was, in een laat stadium, een eis geweest van het Reichs kommissariat; wij nemen aan dat van Genechtens drijven daar niet vreemd aan is geweest.