Hier vloeide uit voort dat zich steeds minder incidenten voordeden die voor berechting door de vrederechtspraak in aanmerking kwamen. Het instituut ging verlopen, zulks niet geheel tot ongenoegen van de bezetter: het neveneffect op de bevolking zal Seyss-Inquart en Schmidt wel niet ontgaan zijn; bovendien waren zij beiden van mening dat verschillende vrederechters niet aan de gekoesterde verwachtingen voldeden doordat zij veel te lage straffen oplegden. Zo weinig kregen de vrederechters en het vrede~ gerechtshof in de loop van '42 te doen dat Carp, president van' het hof, zich via Mussert moeite ging geven opdat aan de vrederechters en het vredegerechtshof een geheel nieuwe taak gegeven zou worden: zij zouden in de plaats moeten komen van de ambtenarengerechten en van de Centrale Raad van Beroep. Men sloeg dan twee vliegen in één klap: de vrederechters en het vredegerechtshof zouden voldoende werk krijgen en het zou NSB' ersgezagsdragers voortaan gemakkelijk vallen, zich van tegenwerkende ambtenaren (die nu veelal steun vonden bij de ambtenarenrechtspraak) te ontdoen: Schrieke wees evenwel Carps denkbeeld onmiddellijk van de hand - SeyssInquart, Wimmer en Schmidt zagen er al evenmin iets in: uitvoering van wat
Carp, J. H.
Centrale Raad van Beroep
Hirschfeld, H. M.
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Pers, legale
Schrieke, J. J.
Seyss-Inquart, A.
Vrederechrspraak
Wimmer, F.
Carp en Mussert wensten, zou de NSB teveel macht geven en bovendien de gehele ambtelijke wereld, waar, aldus de bezetter, rust moest heersen, in rep en roer brengen.