'steunt niet op het Landoorlogreglement, maar op het naakte feit van de bezetting. Dat betekent niet dat hij alles mag doen, maar dat hij alles kan doen. Hij kan de wet stellen aan het bezette gebied. Hij behoort daarbij de regelen van het oorlogsrecht in acht te nemen. Maar ook wanneer hij die perken te buiten gaat, blijft hij de macht bezitten, zijn wil door te zetten. Wanneer men dit in het oog houdt, is er voor rechterlijke toetsing geen plaats. Zodanige toetsing is met de aard van het bezettingsregime in strijd."