Dit waren naar Nederlandse begrippen zware straffen. Zij konden intussen uitsluitend door de onafhankelijke rechter opgelegd worden: de economische rechter c.q. het economisch gerechtshof, en Schrieke, Hirschfeld en Louwes bleven van opinie dat deze instanties veelal te lage vonnissen velden. Eind oktober '41 verscheen Louwes in een van de wekelijkse vergaderingen van Schrieke met de vijf procureurs-generaal bij de gerechtshoven. 'Het zal', zei hij, 'zeer op prijs worden gesteld als de straffen, door de economische rechter opgelegd, hoger worden' (maar men kon die rechter niets voorschrijven!). 'Voorts zouden', aldus Louwes, 'verschillende maatregelen gewenst zijn welke gaan buiten het karakter der maatregelen welke in Nederland plegen te worden genomen. Het zou namelijk zijn toe te juichen, indien de z.g. 'zware jongens', die zich thans toeleggen op diefstal van distri
Economische rechtspraakCenechten, R. vanHirschfeld, H. M.Hoge Raad der NederlandenLoon, J. vanLouwes, S. L.Procureurs-generaalSchrieke, J. J.Zwarte handel/marktEEN NEDERLANDS CONCENTRATIEKAMP?butietoewijzingen, worden opgepakt en buiten de maatschappij worden geplaatst, m.a.w. een soort interneren en concentreren.'!