Dat dit geschied is, zien wij in de eerste plaats als uitvloeisel van het feit dat begin '43 binnen het Reichskommissariat beseft werd dat men zich in Ommen en vooral in Heerte inderdaad vergrepen had aan gevangenen van de Nederlandse i ustitie. Gelijk reeds gezegd: het was een Duits belang dat zich geen ernstige verstoringen voordeden in de Nederlandse rechtspraak; elke arrestatie zou nieuwe onrust wekken. Welwas een collectieve actie als door Wassenbergh op touw gezet, aan de bezetter hoogst onwelkom maar Seyss-Inquart zal uit het betrekkelijk gering aantal ondertekeningen onder het adres naar aanleiding van het ontslag van Viehoff en Wedeven wel geconcludeerd hebben, dat hij vooreerst niet bevreesd hoefde te zijn voor het herstel van iets dat op een eenheidsfront der rechterlijke macht leek.