Er deden, zoals al weergegeven, in maart' 43 '
duizend-en-één geruchten over Ommen' de ronde. Deze kwamen, dat is duidelijk, in eerste instantie uit de kring van ontslagen gevangenen die na hun ontslag zeker niet allen gezwegen zullen hebben. Daarnaast mag men aannemen dat wat zich van december '42 afbinnen de rechterlijke macht afspeelde, tot velen doordrong die met leden van de rechterlijke macht in zakelijk of persoonlijk contact stonden. Geruime tijd verliep evenwel voor in de illegale pers de eerste berichten over de geschetste protestacties verschenen. wel werd het Leeuwarder arrest van 25 februari begin april in Het Parool gememoreerd en ditzelfde illegale blad reageerde ook vrij spoedig op het aan Viehoff en Wedeven verleende ontslag ('Nu moeten de rechters staan achter mrs. Viehoff en Wedeven; zij moeten weigeren recht te spreken zolang deze twee niet hersteld zijn in hun ambt!"
), maar de brief van 15 maart waarop Wassenbergh en van Roijen om adhesie gevraagd hadden, verscheen eerst bijna twee maanden later in Het Parool (10 mei '43), d.w.z. na de explosie van de April-Meistakingen. Brede lagen van de publieke opinie zijn dan ook, dunkt ons, althans vóór die stakingen niet door de acties in rechterlijke kring beroerd, anders gezegd: wij mogen die acties niet beschouwen als een factor die de geladenheid versterkte waarin zich de explosie der stakingen voordeed.