Afgezien van het Rijksasyl voor Psychopaten in Avereest (Overijssel) was vóór de bezetting in de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen (Drente) en in de drie-en-dertig Strafgevangenissen en Huizen van Bewaring" plaats voor ruim vijfduizend gedetineerden. Vóór de bezetting had men er ruimte over: per I januari '40 bedroeg het totaal aantal gedetineerden vierduizendvijfhonderd-vier-en-twintig. Tijdens de bezetting ging het stijgen. Wel nam het aantal door de Nederlandse overheid gedetineerden aanvankelijk af (per I januari '41 waren het er vierduizenddriehonderd-vijf-en-dertig), maar daar kwamen de door de Duitsers gedetineerden bij. Om hen voorlopig op te bergen werden in de zomer van '40 de Cellenbarakken te Scheve
Vu]FiWi, Abt. Preisbildung (FiWi, Abt. Preisbildung, 3 Deze bevonden zich in alle provinciale hoofdsteden alsmede in Alkmaar, Almelo, Amsterdam, Breda, Dordrecht, Roermond, Rotterdam,Economische rechtspraakGevangenissen en Huizen van Bewaring in NederlandHarster, W.Hirschfeld, H. M.Louwes, S. L.Rijksasyl voor PsychoparhenRijkswerkinrichting VeenhuizenScheven ingen, Polizeigefongnis/ Cellenbarak- ken/'Oranjehotel'Schrieke, J. J.Seiffert, W.Seyss-Inquart, A.AANTALLEN GEVANGENENningen weer in gebruik: genomen; daar waren ca. 500 cellen. Door het toenemend aantal door de Duitsers gearresteerden (per I4 december' 4I ruim achttienhonderd "zur Vorbereitung eines Strafverfahrens') maar vooralook doordat de 'Nederlandse' criminaliteit steeg, ging zich in' 4I in de gevangenissen ruimtetekort aftekenen. Per I januari' 4I had men nog slechtstwee-endertig veroordeelden hun gevangenisstraf niet kunnen laten uitzitten", maar een jaar later, per I januari' 42, waren dat er bijna tweeduizend geworden en per I mei '42 was dat cijfer verder gestegen: tot bijna zesduizend. In de Cellenbarakken en in de Deutsche Abteilungen van diverse huizen van bewaring en gevangenissen zaten per I juni' 42 een kleine drieduizend Nederlanders (soms ook Duitsers) gevangen, als regel meerderen in één cel, in Nederlandse detentie bevonden zich toen bijna zesduizendzeshonderd gevangenen, onder wie ruim vierduizendvierhonderd wegens verduistering, diefstal, heling enz. en bijna achthonderd wegens elandestien slachten of andere vormen van zwarte handel - men ziet hieruit dat de 'bijzondere' economische overtreders een aanzienlijk contingent waren gaan vormen. Tegen velen van die tot gevangenisstraf veroordeelden was de straf lang tevoren uitgesproken. Eind december '4I had de Arnhemse procureurgeneraal, de NSB'er mr. de Rijke, er in een van de wekelijkse besprekingen bij Schrieke al op gewezen dat er alleen al in zijn ressort 500 vonnissen gewezen waren die op executie wachtten. Schrieke deelde toen mee dat hij al zoekende was naar extra gevangenisruimte, maar enkele grote gebouwen die daarvoor in aanmerking kwamen, waren door de Wehrmacht gevorderd. De Rijke bepleitte vervolgens dat men een kamp zou oprichten: een concentratiekamp. Hij gaf 'een beschrijving van de concentratiekampen in Duitsland, zoals spreker die vóór de oorlog heeft gezien. De inrichting is die van een openlucht-gevangenis."