Op woensdag 17 juni '42 zond Schrieke een circulaire ('zeer veel spoed'
) aan de procureurs-generaal en de officierenvan justitie bij de rechtbanken waarin hij hun meedeelde dat van de eerstvolgende maandag af 'personen, veroordeeld wegens elandestien slachten en andere economische delicten', naar Ommen gezonden konden worden, voorlopig alleen diegenen die een gevangenisstraf van drie maanden of langer nog niet uitgezeten hadden." Die personen bevonden zich dus op vrije voeten. Telegrafisch werd de politie opgedragen, hen nu met spoed te arresteren en naar Ommen over te brengen. Het waren er enkele honderden - niet voldoende om Ommen te vullen. Trouwens, er was toen al door de Duitsers met Schrieke afgesproken dat niet alleen Ommen als detentie-oord zou worden gebruikt, maar ook 'een paar Duitse kampen'
, d.w.z. kampen in Duitsland"; Ommen zou dus tevens de functie van doorgangskamp krijgen.