De Hoge Raad sloot zich bij deze protesten aan. De president, van Loon, had eind januari 'persoonlijk zijn bezorgdheid over de toestanden in Ommen aan Wimmer kenbaar gemaakt - nu, eind maart, drong de Strafkamer er 'na ruggespraak met de president'
bij Schrieke op aan om 'dusdanige maatregelen te treffen dat de bij de rechterlijke macht bestaande grote ongerustheid worde weggenomen."