Van 17 april af mochten geen gevangenen meer naar Ommen gezonden worden, de laatsten verlieten, schijnt het, eind mei het kamp om naar de Noordoostpolder overgebracht te worden waar zij onder toezicht van Justitie kwamen. De 'andere bestemming'
van Ommen stond toen al vast: Ommen zou, zo deelde Verwey (Sociale Zaken) op 6 mei in het college van secretarissen-generaal mee, een kamp worden 'voor onderduikers en Vertragsbrüchigen' d.w.z. voor arbeiders die zonder verlof uit Duitsland teruggekeerd waren. 'Het beheer van het kamp zal blijven onder Parte i genosse Schwier.P