Op zaterdagavond 27 maart ging men voor de derde keer op pad. De hemel was volledig bewolkt - dat was een meevaller. Het gehele operatieschema kon perfect afgewerkt worden. De twee agenten die buiten op post stonden, lieten zich (het was toen kwart over negen) volledig overtuigen door het verhaal van 'kapitein'
Arondeus dat hij met hen beiden, de 'luitenant'
, de vier 'agenten'
en de drie 'rechercheurs'
het gehele gebouw onmiddellijk doorzoeken moest (het hoofdbureau, zei Arondeus, had een tip gekregen dat er explosieven naar binnen gesmokkeld waren) en toen een van de twee bewakers aarzelde de toegangsdeur te openen, zei een van de twee agenten dat alles in orde was. Het gehele gezelschap ging naar binnen. Enkele minuten later lagen de onschadelijk gemaakte agenten en bewakers min of meer verdoofd (de uitwerking van het luminal was niet erg sterk) in de tuin van 'Artis'
. De twee agenten waren hun uniform kwijt: vermoedelijk waren het Honig en Reitsma die ze aangetrokken hadden. Zij gingen buiten op wacht staan.