Intussen was de zaak van de loyaliteitsverklaring lelijk in de knoop gegeraakt: Mussert was er zich mee gaan bemoeien. Zo woedend was deze geweest om het feit dat hij in het besluit tot de studentenrazzia' s niet gekend was, dat Seyss-Inquart hem toestond, betrokken te worden bij het overleg inzake de loyaliteitsverklaring; Mussert zou daarbij vertegenwoordigd worden door zijn 'gemachtigde voor het hoger onderwijs'
van Genechten maar doordat deze (wij memoreerden het al) na de aanslagen op Feitsma jr., Seyffardt en de Reydons ingestort was, moest hij door een andere NSB' er vervangen worden: prof. dr. J. Jeswiet, sinds '25 hoogleraar te Wageningen, in '33-'
34 allid van de NSB, na mei '40 opnieuw lid. Van Dam had, toen Mussert en Jeswiet ingeschakeld werden, al een conceptbesluit gereed, maar Jeswiet kwam met een eigen concept dat door de Secretarie van Staat opgesteld was; dat hield in dat de loyaliteitsverklaring niet alleen afgelegd zou moeten worden door de studenten maar ook door de hoogleraren en alle overige personen die in dienst stonden van de universiteiten en hogescholen; voorts dat in die verklaring toegezegd moest worden dat men zich van aggressief gedrag tegen aanhangers van het nationaal-socialisme (in de eerste plaats: de leden van het Studentenfront) zou onthouden, en tenslotte wenste Mussert dat de bevoegdheden van de presidenten-curator en van de rectores magnifici belangrijk uitgebreid zouden worden: de presidenten-curator zouden voortaan gemachtigd zijn, hoogleraren te schorsen, en de rectores magnifici om studenten niet voor een maximumtermijn van zeven dagen maar van een jaar uit het hoger onderwijs te verwijderen.