In de beginperiode van de bezetting was de situatie dus deze dat talrijke Duitse instanties op de zwarte markt naast elkaar werkten; ook onderdelen van de Wehrmacht gingen tot zwarte aankopen over. Zij richtten hun aandacht op eindfabrikaten die voor onmiddellijk gebruik geschikt waren - voor grondstoffen en halffabrikaten hadden zij geen belangstelling. De eerste Duitser die deze lacune opmerkte, was Goerings vriend uit de eerste wereldoorlog, Oberst der Luftwaffe Josef Veltjens. die wij in dit hoofdstuk al eerder noemden als de man die in de tweede helft van '42 op initiatief van Goering in Nederland, België en Frankrijk de Z.g. Weihnachtaktion organiseerde: de grootscheepse, hoofdzakelijk 'normale'
inkoop van verbruiksartikelen die tegen Kerstmis' 42 in de Duitse detailhandel verkrijgbaar moesten zijn. In zijn functie van Bevollmächtigter für Sonderaujgaben des Beaujtragten [ur den Vierjahresplan (die Beaujtragte was Goering) had Veltjens al onmiddellijk na de capitulatie van Nederland een bureau in Den Haag gevestigd. Hij hield zich overigens met transacties in heel bezet West-Europa alsook in Spanje en Italië bezig - in Den Haag trad de Duitser Hans H. E. Plümer als zijn plaatsvervanger op. Wat Veltjens' bureau in de periode tot herfst '
41 op de Nederlandse zwarte markt aan aankopen verricht heeft, is onbekend - vermoedelijk kocht het in hoofdzaak voor de Luftwaffe in die in Amsterdam daartoe een eigen depot vestigde. Wij moeten wel aannemen dat zich juist bij deze activiteit aan Veltjens de overtuiging opdrong dat de zwarte aankopen tot grondstoffen en halffabrikaten uitgebreid en tegelijk in tweeërlei opzicht anders opgezet moesten worden, nl. door centralisatie bij de inkoop in bezet West-Europa en centralisatie bij de verkoop in Duitsland. Bij dat laatste wilde Veltjens de Relihsstellen inschakelen, de Duitse rijksbureaus dus: zij moesten als voorlopige ontvangers der op te kopen goederen waarborgen dat deze in Duitsland bij het bedrijfsleven op die punten zouden belanden waar men er de meeste behoefte aan had. Die goederen zouden tegen zwarte prijzen ingekocht zijn, maar de uiteindelijke Duitse ontvangers zouden niet meer dan de officiële, dus veellagere prijzen moeten betalen; het verschil zou uit de Duitse schatkist bijgepast worden. Voor deze actie bedacht Veltjens ook een naam: de Blau-Aktion, toen hem namelijk door een Duitse opponent eens verweten werd dat hij zich, op de keper beschouwd, op enorme schaal aan zwarte handel schuldig maakte, zei Veltjens dat zijn systeem waarbij de goederen volledig aan de Duitse oorlogseconomie ten goede kwamen, 'veel onschuldiger'
was - geen Schwarz-Aktion dus, maar een 'Blau-Aktion+. .i Prae-Den Haag: p.v. inz. E. Th. Heymann (12 febr. 1948), p. 5 (getuige W. W. Müller) (Doe 1-693, a-I).
Bevollmiiehtigter for Sonderaufiaben des Beauf tragten for den Vierjahresp/an
'Blau-Aktion 1'
Duitsland
Italië
Luftwaffe
Müller, W.
Plürner, H. H. E.
Reichsstellen
Spanje
Velrjens, J.
Zwarte handel/markt