Des te meer valt het op dat de Nederlandse overheid althans op landelijk niveau de Nederlandse werklozen geen enkele bescherming geboden heeft. Zij heeft verzuimd na te gaan welke mogelijkheden er bestonden om de
College van Secrerarissen-CeneraalDelfzijlNationaal-Socialistische Beweging (NSB)RotterdamScheepvaartVenoalterH1RSCHFELDS CONCEPTIEwerkloosheid, die snel steeg (eind mei '40 waren er driehonderdvijf-entwintigduizend bij de overheid aangemelde werklozen, honderdveertienduizend méér dan eind april), op te vangen en terug te dringen door een belangrijke uitbreiding van bet aantal Z.g. werkverruimingsobjecten. Zeker, wij achten het waarschijnlijk dat het Reichsleommissariat hier spoedig een stokje voor gestoken zou hebben, maar dat maakt het tekenend feit niet ongedaan dat, voorzover bekend, zelfs geen poging in de geschetste richting ondernomen is: werklozen, aldus de secretaris-generaal van sociale zaken mr. A. L. Scholtens en aldus óók (augustus '40) zijn opvolger ir. R. A. Verwey, moesten en masse naar Duitsland geëxporteerd worden. Zo geschiedde. Verwey was er, zelfs als hij er de noodzaak van inzag (en dat was in de eerste bezettingsjaren bepaald niet het geval), de man niet naar 0111 de Duitsers veel tegenspel te bieden en van de vakcentrales ging op dit gebied niets uit. Trouwens, het NVV werd in juli' 40 gelijkgeschakeld en de weigering om zulk een gelijkschakeling te aanvaarden betekende in augustus '41 het voorlopig einde van het RKWV en het CNV. Na een jaar bezetting werkten reeds honderdtwintigduizend Nederlandse arbeiders, hoofdzakelijk ex-werklozen, in Duitsland - daarnaast hadden enkele tienduizenden uit eigen beweging werk gevonden bij Duitse objecten in België en Frankrijk. Dit alles werd door de Nederlandse overheid beschouwd als een welkome verlichting van de problemen die haar confronteerden.