Voor die nieuwe organisatorische opbouw nu van het Nederlandse bedrijfsleven werd een commissie in het leven geroepen die voortkwam uit de z.g. Siebenerausschuss die in augustus '40 door Generalleommissar Fischböck min of meer als vertegenwoordiger van het Nederlandse bedrijfsleven erkend was. In hoofdstuk 10 van deel a wezen wij er op dat in juni '40 een Nationaal Comité voor Economische Samenwerking opgericht was waarbij zich alle grote ondernemers-organisaties alsook o.m. de Kamers van Koophandel aangesloten hadden. Uit dat Comité, dat twaalf leden telde, had men alle NSB' ers geweerd; men wist niet dat één van de leden, w. H. de Monchy, directeur van de Holland-Amerika-Lijn, geheim lid van de NSB was.' Met dit Nationaal Comité nu had Fischböck contact geweigerd - hij had wèl met een uit zeven personen bestaand kleiner comité in zee willen gaan waarin de NSB openlijk vertegenwoordigd was. Drie van de leden van het Nationaal Comité hadden zich toen, met instemming van het college van secretarissen-generaal, bereid verklaard Fischböck terwille te zijn: mr. W oltersom, mr. K. P. van der Mandele (voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel) en mr. W. G. F. Jongejan (voorzitter van de Ondernemersraad voor Nederlands-Indië). Tot de SiebenerausschussCollege van Secrerarissen-CeneraalFischböck, H.Jongejan, W. G. F.MandeIe, K. P. van derMonchy, W. H. deNationaal Comité voor Economische Samen- werkingNationaal-Socialistische Beweging (NSB)Organisatiecommissie voor het bedrijfsleven (cornrnissie-Wolrersorn)SiebenerausschussVereniging van Fabrikanten van Bouwmate- rialenWoltersom, H. L.VERARMEND NEDERLANDtraden voorts twee NSB'ers toe: de bankier mr. H. C. van Maasdijk en de houthandelaar F. B. J. Gips, en twee niet-NSB' ers: de bankier jhr. J. A. G. Sandberg en J. M. Honig, directeur van Heinekens Brouwerij te Amsterdam - Fischböck meende dat ook deze NSB' er was maar Honig had zijn lidmaatschap al enkele jaren tevoren opgezegd.